Je
hebt je naaste (niet)
lief. Het
is opmerkelijk hoevelen
doen en zeggen en denken en handelen zonder ooit een moment
hierbij stil te staan. Als
het in eigen oog maar goed is. Wat de
ander ervaart bij datgene wat plaatsvindt is van geen belang. Of het
werkelijk uit
de liefde voortkomt evenmin. Ondoordacht worden mensen beschadigd door
anderen.
Kleine kinderen ondervinden hierdoor al de eerste breuken in hun leven
wat nog
maar net is begonnen. Niet zelden gaat deze handelwijze een leven lang
met hen mee
met alle gevolgen van dien. Het is zo waar dat als een blinde een
blinde leidt,
ze vallen beiden in de gracht. Het
is zeker dat in ons geen goed woont van nature. We zijn door de zonde
niet
ziek, maar dood. En zo zijn onze vruchten stinkend. We kunnen niet
anders dan
er niets van terechtbrengen. Wij niet, en onze kinderen evenmin. Alleen
een
godswonder doet ons onszelf zien in de spiegel van Gods heilige wet. We
zien
door genade hoe we leven. Wie we zijn. Hoe we wandelen en handelen. We
schrikken en dreigen weg te zinken in de hel. Wanneer Gods Heilige
Geest zo
mensen stilzet, Hij zal ook direct een weg ter verlossing aanreiken.
Doordat de
Heere Jezus tussenbeide treedt is daar een nieuw en ander leven
mogelijk. Het
geheiligd volk van en in de Heere mag zingen van Zijn trouw. Deze trouw
zullen
ze een levenlang ervaren. Genade leert dat het ook na ontvangen genade
van en
uit zichzelf niets zal zijn of worden. Genade geeft een diep, ja zeer
diep
afhankelijk leven. In een zuchten om de hulp en leiding van Gods
Heilige Geest.
Waar zou deze anders voor nodig zijn dan in het liefhebben van God en
de
naaste. In een leven van dankbaarheid. Iets waaraan toch de gehele wet
verbonden
is. Men is zo bang de ander tekort te doen. Te kwetsen. Verkeerd in te
schatten. Opnieuw in zonde te vallen. Na iedere ontmoeting met mensen
is er
door Gods genade het inkeren tot zichzelf. Omdat in elke ontmoeting ook
de
Heere aanwezig zou moeten zijn. Er komt steeds weer de vraag: Zie of er
in mij
een schadelijke weg is. Leid mij op de eeuwige. Genade zoekt niet te
winnen.
Genade zoekt in een weg van liefhebben het behoud van de ander. Genade
leert
dat het verlies van zichzelf de winst in zich heeft. Het gaat er in dit
leven
niet om dat we de eerste zullen zijn. De beste. De grootste. De
winnaar. De
overwinnaar. Het gaat erom of we door genade mogen weten wederom
geboren te zijn
tot een levende hoop. Of we in een nieuw godzalig leven mogen wandelen.
Of we
de Heere Jezus volgen in Zijn kruisweg. Of we in datgene wat we doen en
laten
een levend toonbeeld van Hem zijn. Hij, Die zijn leven gaf voor mensen.
Hij Die
uit was op het behoud van hen. Ook al werd Hij bespuwd. Belasterd. Hij
bleef
dienen. Zo komen al Gods kinderen steeds op het punt: het was te kort.
Te kort!
Gods
genade leert mensen niet op zichzelf te zien. Het leert hen juist van
zich af
te zien. Het leert omhoog te kijken. Alles van de Heere te verwachten.
Niet om
er zelf beter van te worden. Maar om Hem en in Hem de ander te dienen.
Genade
is dan ook niet boos wanneer er kritiek komt. Genade gaat er mee aan de
slag……
Niet om in twijfel neer te zitten. Maar om er van te leren. En door die
genade
te groeien in Christus. Zijn beeld te dragen is voor hen van het
grootst
belang. In welk contact dan ook. |
|