Een
nieuw begin. Bij
een nieuw jaar horen
goede voornemens. Deze zijn persoonlijk en hebben te maken met de
situatie
waarin men zich bevindt. Aan al deze voornemens ligt, als het goed is,
de
liefde ten grondslag. Het is in de eerste plaats de liefde tot de
Heere. Met
daaraan nauw verbonden de liefde tot elkaar. Waarbij we dan onze naaste
lief zullen
hebben zoals wordt geacht dat we ook van onszelf houden. Dit alles in
een
houden van Gods geboden. Waaraan de belofte van grote loon verbonden
is. Het
liefdesbevel wat in het
hart is gegrift houdt altijd strijd in. Strijd van binnen en strijd van
buiten.
Want, immers, wanneer ik het goede wil, het kwade ligt mij bij. En
omgekeerd
doe ik het kwade wat ik eigenlijk niet wil doen. In plaats van liefde
tot God
en de naaste is er in grote mate de eigenliefde die centraal staat. Een
nieuw begin met nieuwe
voornemens houdt in de eerste plaats een gesprek met de Heere in. Het
is de
vraag wat Hij wil dat wij zullen doen. De Heere gaat niet uit van het
behoud
van onszelf. Hij vraagt ons hart voor Zich. Hij wil daarin Zijn intrek
nemen.
Hij vraagt niet weinig. Hij vraagt alles. En wie dan vader of moeder
liefheeft
boven Hem, die is Hem niet waardig. Aan
een groei in het
geestelijk leven is altijd een zelfonderzoek verbonden. Zo ook in het
maken van
de nieuwe voornemens. Er is het jezelf voor de spiegel van Gods wet
zetten.
Daarbij de vraag of er toch niet een schadelijke weg in het leven wordt
gevonden. Genade gaat hieraan niet voorbij. Maar is altijd bereid
schuld te
belijden tegenover de Heere en de naaste. Daarbij is er de bede om
kracht en
hulp voor het verdere. Om met de Heere dan de weg te gaan die Hij
vraagt. Goede
voornemens gaan dan
ook gepaard met stappen terug te zetten. Misschien relaties die willens
en
wetens verbroken zijn te herstellen. In een weg van zelfverloochening.
Vaak
zien we hoe gewacht wordt op datgene wat wij van een nieuw begin
verwachten.
Schuld van de ander. Berouw bij de ander. Tranen van de ander. Bukken
en buiten
van de ander voor jou. De Heere leert door Zijn Woord en Geest dat dit
geen
vruchten zijn van genade. Genade leert de ander uitnemender te achten
en zichzelf
in stof en as te verfoeien. Genade gaat niet door met een heilloze weg.
Genade
zoekt een nieuw begin bij zichzelf. Wat vraagt de Heere van mij in de
situatie
die ik eigenlijk aan mezelf te danken heb. Genade maakt geen lijdelijke
mensen.
Genade geeft in elk opzicht licht en wijsheid. Inzichten en krachten.
En, waar
nodig, moed. Een nieuw begin is namelijk niet altijd zo eenvoudig. Wanneer,
met schroom, met de
gevraagde hulp van de Heere een stap wordt gezet op de weg van de
voornemens
die er zijn, het zal altijd blijken dat het vruchten zal dragen. Niet
vruchten
waarbij je zelf als overwinnaar staat. Er wordt geleerd dat de ware
vrucht in
de diepte en met veel ootmoed en verwondering zal zijn. De Heere werkt
niet en
nooit anders. Echte
nieuwe voornemens doen
zien waar de schoen bij jezelf wringt. Het is het licht wat geworpen
wordt over
eigen doen en laten. In het verleden. Maar ook voor het toekomende. |
|