Merk
op mijn ziel wat antwoord God u geeft. Het
kunnen zomaar van die dingen zijn die op je afkomen. Een situatie
waarin je
bent verzeild En dan niet zelden door eigen schuld. Dagen kan je er mee
omlopen. En je weet niet hoe het verder moet. Het kost in de regel wel
wat tijd
voor je je eigen inbreng in deze zien wilt en erkent. Maar bovenal,
voor je het
de Heere voorlegt. Met een verbroken en een verslagen hart. Als het
ware sta je
bij Hem aan de deur. En je klopt. Doe mij open. Doe mij open. Heel je
hart vol
zorgen en verdriet leg je Hem voor. Het is niet de eerste keer. Je moet
het
eerlijk erkennen. Je leven is vol moeite en verdriet. Hoe menigmaal
betoonde
Hij jou Zijn gunst. Steeds weer dwaal je af. Maar eindelijk ben je
opnieuw met
alles wat nu zo uitzichtloos is weer aan het goede Adres. Het duurde
lang. Het
moest eerst weer nood worden. Maar nu heb je het verloren. En je erkent
het in
stilte. Als Iemand helpen wil en kan in deze situatie, het is de Heere.
Een
kreet klinkt op. Heere, u weet toch alle dingen. U was het Die mij
steeds weer
Uw gunst betoonde. Heere, ik leg het voor U neer. Je
bent het kwijt. Het is niet langer jouw nood. In
de rust die dan is gekomen ga je je weg. je doet wat je hand vindt om
te doen.
De zorgen en de moeiten zijn nu waar ze moeten zijn. In de hand van de
Heere.
Je kunt het niet veranderen. Zelf kan je er niets aan doen. Je hebt er
alles
aan gedaan. Alles geprobeerd. Je ziet dezelfde situaties om je heen. En
je weet
dat je niet beter bent dan die anderen. Die door al of niet eigen
schuld in ook
hetzelfde schip zitten. Met hen schijn je mee te moeten varen op
diezelfde zee. Wat
is het dat jij mag weten dat er een God is Die hoort. Die wil luisteren
naar
jouw stem. Een God in jouw persoonlijk leven. Dat is genade. Als je het
mag
horen en beantwoorden: doe Mij uw stem horen. Terugkijkend
in je leven zie je het. Mag en moet je het zeggen en erkennen. Zo
menigmaal
heeft Hij jou Zijn gunst betoond. In de meest moeilijke omstandigheden.
En hoe
groot is dan het wonder wanneer opnieuw blijkt dat Hij je ook in deze
niet
loslaat. Dat Hij jou ook in deze roep en het erkennen van je schuld en
hulpeloosheid
wil horen. Terwijl je er niet op rekent. Nog helemaal niet aan durft
denken
komt er vanuit een hoek waar je het helemaal niet had verwacht
uitkomst. Er
komt zo uitkomst dat zelfs de mensen om je heen hun hoofd schudden. Hoe
is het
mogelijk. Wie is toch Diegene Die deze mens steeds weer hoort en
verhoort. Hoe
is het mogelijk. Wat een wonder. Er
komt een tijd van verwonderen. Van het bijna niet te kunnen geloven.
Het bijna
niet te kunnen toe-eigenen. Zou het echt
zo zijn? Niet verdiend. Niet verwacht. En toch....... God
de Heere regeert. Dwars door onmogelijkheden heen. Hij redt keer op
keer. In
jouw leven. In mijn leven. Dan komt er toch de tijd van erkennen. Van
het de
eer geven aan Hem Die jouw stem wilde horen. Die het schijnbaar
onmogelijke
waar deed worden in jouw persoonlijk leven. En laten we eerlijk zijn,
schieten
we daarin niet te kort..... Wanneer
het aankomt op het loven en prijzen van de Heere. Wanneer we teruggaan
naar het
Woord. Tien werden genezen. Er kwam maar één terug om te bedanken. We
vragen
hulp. We ontvangen het uit Zijn hand. Dat weten we zeker. We gaan met
de
weldaden weg. En vergeten de Weldoener. Is het niet vaak zo? Maar
nu het belijden van Zijn Naam naar onze medemens. Schieten we ook
daarin niet
veel te kort. Zijn Naam belijden voor de mensen. Het hen vertellen. Die
nimmer
mij heeft afgewezen. Nog mijn gebed gehoor heeft ontzegd. |
|