Ootmoed? Het
Pinksterfeest, zo’n
tweeduizend jaar geleden was een geweldige uitstorting van de Heilige
Geest.
Het Pinksterfeest was de vervulling van de belofte dat de Trooster zou
komen.
De Trooster zou het werk dat de Heere Jezus mocht verrichten toepassen.
Hij zou
mensen die van huis uit niet naar God horen aanraken. En hen van zonde
overtuigen. Hen doen inzien dat het op deze wijze fout afloopt. Hij zou
hen
leren wat schuld is en om vergeving doen vragen. Hij zou mensen
krachtig
vernieuwen. En hen voortaan in een nieuw leven doen wandelen. Daarbij
zouden ze
leren wat het is om dagelijks bekeerd te worden. Dagelijks in te zien
dat het
ook vandaag weer tekort en vol schuld was. Dat er ook vandaag weer
vergeving
nodig is en de genade tot een nieuw begin. En
dan komen de vruchten aan
de orde. Wat is het arm wanneer er in kerkverbanden worden gesproken
over het
gewaad, het gelaat en het gepraat. Zijn dat dan de eerste vruchten die
gezien
worden? Ik lees het niet. Paulus preekte direct de Christus. Dat staat
er. Ik
lees tevens in het Woord in de brief aan de Galaten dat er geheel
andere
vruchten kenmerkend zijn. En in de eerste en belangrijkste plaats is
dat de
liefde. Neen, het is niet zo dat de eerste vrucht de ootmoed is, de
tweede de
ootmoed en de derde de ootmoed. Wat ook ik heb horen preken. De
vruchten van de
Geest zijn getekend in de liefde tot God en de naaste. De
vergevingsgezindheid.
De barmhartigheid. De vreugde. De mildheid. De blijdschap. De vruchten
van de
Geest zijn geest. De vruchten van de Geest heb je van jezelf niet. Maar
door de
uitstorting van de Heilige Geest in jouw leven krijg je ze als een
genadegift.
Je ziet ze niet met een natuurlijk oog. Je proeft ze als het ware. Je
ervaart
de mensen die ze hebben als olie op je wonden. In de wetenschap dat wat
je dan
ervaart geheel anders is dan in die vrome gemeenschap waarin jij je
mogelijk hebt
begeven. Waarin het uiteindelijk alleen
draait om duizenden wetjes. Die zelf zijn bedacht. Wetjes om de Heere
te
behagen. Waarvan we toch moeten weten dat we God niet en nooit meer
kunnen
behagen. Dan alleen in het dragen van het Beeld van Hem. En
zo kan het dus gebeuren dat
er in een heel kerkelijk dorp niemand, maar dan ook niemand genoemde kenmerken, gebaseerd op het
Woord, bezit.
Enkel en alleen omdat de Heilige Geest daar niet is. Men wederstaat de
Heilige
Geest. Men houdt Hem als het ware zelf tegen. De
Heilige Geest neemt daar
zijn intrek waar een gebroken en een verslagen hart is geboren. Ja,
daar heeft
Hij Zijn intrek al genomen. De Heilige Geest verlaat mensen die door
Hem zijn
aangeraakt niet meer. Hij leert hen dagelijks sterven aan zichzelf en
groeien
in de genade van de Heere Jezus Christus. Mensen die als Christus zijn.
Met
innerlijke barmhartigheid bewogen. Die niet de hoogte zoeken voor
zichzelf.
Maar in het verborgene het verachte en dat wat geen helper heeft. Het
evangelie om van genade
te leven is nieuw voor velen die in een uiterst rechts kerkgenootschap
zich bevinden.
Men blijft vasthouden aan het te kunnen
bespreken van de
meest wonderlijke dingen. Gelezen in bekeringsgeschiedenissen of
gehoord op
gezelschappen. Doch is het geen groter wonder wanneer iemand van een
geestelijk
dode zonder ook maar één van die vruchten
hierboven genoemd tot een wijnstok
wordt die de heerlijkste vruchten draagt. Niet van jezelf. Niet tot eer
van
jezelf. Maar uit en van Hem en tot eer van Hem Die dat wonder ook voor
jou
wilde doen. En
dan het gewaad, en het
gepraat en het gelaat? Och natuurlijk zal het een deel zijn van allen
die door
genade zijn aangeraakt en die de Heilige Geest in hen mogen weten. Doch
het is
geen enkele grond om gerekend te worden tot hen die uit de duisternis
zijn
geroepen tot Gods wonderlijk licht. |
|