Leven
vanuit de opstanding. De
Heere is waarlijk
opgestaan. Hij is van Simon gezien. Hij is opgevaren naar de hemel en
de
Heilige Geest is uitgestort. Het is iets wat wij vandaag allen weten.
Nu is er
het wachten tot Hij terugkomt. Wachten. De één
verwacht dit en de ander dat. Maar,
al Gods kinderen
ontmoeten de Heere dagelijks. Hij verschijnt hen keer op keer. En als
ze Hem
zien en omhelzen, dan weten ze dat Hij is teruggekomen. Dagelijks in
het gewaad
van Woord en Geest mogen ze Hem zien.
En
ze geloven dat Hij het is. Hij komt met de wolken. Als het donker is.
Als er
problemen zijn. Wanneer het zo stil is. En ieder geloofsoog zal Hem
zien. Het
is een gegeven in het leven van Gods kinderen: Als
de nood het hoogst is, dan is de redding
nabij. Allen die Zijn verschijning liefhebben verwachten Hem. Steeds
opnieuw. Ze
herkennen Hem. Ze erkennen Hem. Ze geven Hem de eer wanneer Hij Zich
openbaart
in het leven van alle dag. Het is bij de uitreddingen en wonderen die
Hij nu
nog steeds doet. Gods kinderen hebben Hem dagelijks nodig. Ze leren op
Hem
vertrouwen en wachten steeds weer tot Hij Zich openbaart. Alleen kunnen
ze niet
door het leven. Het werd zo vaak gezongen: Ga niet alleen door het
leven. Die
last is u te zwaar. Maar voor het verdere in hun leven gaan ze het
steeds meer
begrijpen. Wanneer Hij Zich maar een dag
verbergt, ze zoeken de oorzaak. Ze trekken zich
terug om te onderzoeken
of Hij toch voorbij is gegaan. Het leven met de Heere geeft daarom
dagelijks
werk aan Zijn genadetroon. Verberg Uw aangezicht van mij toch niet. Het
leven van alle dag is
zonder de Heere niet in te denken voor hen die Hem liefhebben. Anders,
die Hij
liefheeft leidt Hij van dag tot dag. Ze kunnen Hem
niet meer missen. Ze leren alles
van Hem verwachten. Het is en blijft een
les voor het gehele leven. Om het maar steeds van de Heere te
verwachten.
Zonder Mij kunt ge niets doen. Je afhankelijk opstellen naar Hem is
iets wat
van nature er niet is. In de regel weten we het zelf wel. De Heere
leert het
echter al Zijn kinderen. De
Heere nodig krijgen
gebeurt altijd in de diepte. In de onmogelijkheden. In de ellende. Bij
het zien
van je ellende. Op een andere wijze zullen mensen nooit de Heere
zoeken. Er
moet dus plaats gemaakt worden voor de Heere in dit leven. Door dit
leven. Door
de gebrokenheid van alles door de zonde. Bij de
één zal het een ziekte zijn.
Bij een ander de armoe. Een derde door de persoonlijke omstandigheden
in de
relationele sfeer. Maar allen komen uit de grote verdrukking. En hebben
hun
klederen witgewassen in het bloed van de Heere Jezus. Dat is een zaak
van het
geloof. Van het gelovig aannemen van hetgeen ons in het evangelie van
vrije
genade wordt voorgehouden. Dat is dan het werk van Gods Heilige Geest.
Wat dan
weer ons leert dat de heilsfeiten nooit los van elkaar gezien kunnen
worden.
Het lijden van de Heere leidt naar de kruisiging. Dat houdt de dood van
de
Heere in. Maar direct daaraan is de Opstanding verbonden. Wat naar de
Hemelvaart leidt. De uitstorting van Gods Geest werd verwacht. En nu is
er een
leven in de tijd vanuit het aanbod van de genade die is verdiend in dat
heilsplan. |
|