Persoonlijk
onderwijs. Elk
mens wordt anders
geleid. Het is verkeerd anderen af te rekenen op hun geloofsbeleving,
omdat het
niet zo is zoals je het zelf hebt ervaren. Geen mens wordt op dezelfde
wijze
tot bekering gebracht. Er zijn dingen die wezenlijk zijn. Zo worden
mensen van
dood levend gemaakt. Ze waren blind en mogen nu zien. Het geloof van
mensen is
ook onderscheiden. Er is een groot geloof. Er is ook een klein geloof.
Er is
daarin verschil. Heb je de hemel in het hart? Of is het hart in de
hemel. In de
regel heeft iemand met een klein geloof de Heere alsmaar nodig. Hij kan
ook
vaak spreken van de meest bijzondere uitreddingen. Van dingen die voor
een
ander niets of nauwelijks iets betekenen. Kinderen
worden in hun jeugd
gevormd door het godsdienstig milieu in het gezin. Niet zelden is
sprake van
misvorming. Enerzijds wanneer ouders weinig of niets spreken over de
weg die de
Heere met hen gaat. Er is dus geen voorbeeld van huis uit hoe het is de
weg met
de Heere te gaan. Misschien omdat ouders zich niet bewust zijn van enig
geestelijk leven. Niet weten wat ze ervan zouden moeten zeggen.
Anderzijds kan
een bijzonder geestelijk klimaat ook zo zijn negatieve uitwerking
hebben. Want
wat die ouders dan hebben, dat zal nooit voor de kinderen kunnen. Het
is zo
bijzonder. Zo apart. Zo wonderlijk. Mensen
zonder enige indruk
van zonde, gerechtigheid en oordeel zullen hun weg wel vinden in het
leven. Ze
leven hun leven van dag tot dag. En maken zich hoegenaamd nergens druk
over.
Bij degenen die op de één of andere manier
onrustig zijn gemaakt begint de geestelijke
strijd. Het zal in hun leven altijd strijd blijven. Tot het laatste
ogenblik toe.
Een nauwgezet leven met de vraag of er toch niet een schadelijke weg in
het
leven wordt gevonden. Of men zich toch niet bedriegt op weg naar de
eeuwigheid.
Nooit zullen ze uitgeleerd zijn in dit leven. In alles merken ze de
stem van de
Heere op. Of, wanneer het soms zo stil is voor hun beleving, ze zoeken
er weer
naar. Het is genade wanneer de Heere mensen op de weg brengt die helder
en
duidelijk onderwijs kunnen geven. Vaders en moeders in de genade. Die
al langer
op de weg zijn. Het is bijzondere genade wanneer de Heere een
opmerkzaam hart
geeft zodat de stem van de Heere Zelf wordt verstaan. En zo is er
antwoord op
alle vragen in het Woord. Het
is van geen belang hoe
groot het geloof is. Hoe men het eigen geloof inschat. Het alles kan te
maken
hebben met aard en karakter. Met opvoeding en contacten met anderen.
Het gaat
er niet om wat we van onszelf vinden. Wat anderen van ons zeggen. De
Heere ziet
als de enige Hartenkenner wat er in een mens leeft. Het komt aan op de
vruchten
die in het nieuwe leven openbaar komen. Deze zijn bij allen vroeg of
laat te
zien of te horen. Zo zijn er waarbij de mond overstroomt van Gods eer.
Terwijl
anderen daarentegen juist meer met de daad tonen waar hun hart naar
uitgaat. Uiteindelijk
is het bij al
Gods kinderen het leven van op en neer. Van licht en donker. Van vragen
en
antwoorden. En het
is aan de Heere om
een oordeel over te laten. Ik
zei het al
vaker: Strijd Gij om in te gaan. |
|