Een
persoonlijke band met God.
Het komt in het
leven aan op de persoonlijke band die er
is met God. We kunnen jaren leven op het erf van de genade. Zondag aan
zondag
onder het Woord ons bevinden. En toch kan het zijn dat het alles in ons
leven
niets uitwerkt. We slapen. We slapen verder. En worden straks te laat
wakker.
De
Heere komt in Zijn Woord tot
ons. En nu zijn we zo afhankelijk van de Heilige Geest. Wanneer deze
derde
Persoon in het Goddelijk Wezen Zich terughoudend opstelt, het Woord zal
enkel
een reeks van zinnen zijn, die niets in het leven uitwerken. De Heilige
Geest
is onmisbaar in het leven der genade. Hij is de Werkmeester van de
zaligheid.
De Heilige Geest past het Woord toe aan het hart. Hij is de
Onderwijzer.
En
zo, door Woord en Geest, wordt
de zaligheid uitgewerkt in het leven. Dit gaat altijd in een weg van
bevinding.
Bevinding is ondervinding. Bevinding is ervaring. Hoe ervaar ik nu in
mijn
leven dat de Heere van mij afweet. Hoe hoor ik nu Zijn stem. Hoe zie ik
Hem.
Hoe heb ik een persoonlijke band met Hem.
Allereerst
moeten wij bedenken
dat de Heere niet meer op deze aarde is. Hij is in de hemel. En daar is
Hij
gezeten aan de rechterhand van Zijn Vader. Hij bidt voor Zijn kinderen.
Op de
aarde is de Trooster, de Heilige Geest. Deze gaat uit van de Vader en
de Zoon.
En deze Heilige Geest zorgt voor het geloof. Geloof zonder iets te
zien. Hij
werkt het geloof uit in het hart. Zodat wij geloven dat de Heere bij
ons is.
Dat geloof is niet bij ieder hetzelfde. Het is ook niet altijd gelijk.
Het
geloof wordt geoefend en gelouterd. En uiteindelijk zal het geloof ons
behouden.
Hoe
werkt de Heilige Geest het
geloof in het hart. Het gaat in een weg van opmerken. Opmerken is een
gave van
de Heilige Geest. Waar wij dagelijks zoeken op te merken naar de
momenten
waarop wij het uit mogen roepen: dat is wonderlijk. De eerste naam van
de Heere
is Wonderlijk. En in een wonderlijke weg werkt de Heilige Geest ook het
geloof.
Wij spreken zo gemakkelijk over toeval. In het leven met de Heere is
geen
toeval. Alles wordt bestuurd. En in alles is de Heere. Dit wordt door
een mens
van nature niet verstaan. Doch door het werk van de Heilige Geest leert
hij
opmerken. Nogmaals: hij merkt de wonderen van de Heere op. Hij verstaat
de stem
van de Heere in datgene wat in het leven gebeurt. En steeds weer zoekt
hij naar
datgene wat de Heere heeft te zeggen. De onmisbare kracht van de
Heilige Geest
zal meer en meer de blinde ogen openen. Door de tralies van het geloof
leert
hij de Heere te
zien. Hij zal uitroepen:
Ik was blind. Maar in een wonderlijke weg mag ik nu zien. In deze weg
raakt een
mens uitgewerkt. Hij leert wachten. Wachten is geen gemakkelijke weg.
Maar in
dat vertrouwen leert Gods kind toch te leven. Wachten tot de Heere weer
spreekt. Gods kind wordt hoe langer hoe afhankelijker. Hij kan geen dag
zonder
de stem van de Heere. Steeds weer roept Hij om de Heilige Geest. Die
Heere is
en levend maakt. Hij houdt de Heere vast aan Zijn beloftes. En dan kan
de weg
van het volk Israël door de woestijn oorzaak zijn de Heere
erop te wijzen dat Hij
Zijn kinderen dagelijks heeft begenadigd. Een dag zonder de Heere is
voor Gods
kinderen een verloren dag. En zou de Heere niet horen naar Zijn
ellendigen die
dag en nacht tot Hem zuchten? In een weg van dagelijks manna wordt
ervaren dat
de Heere geen ledig Toeschouwer is. Dat Hij genade voor genade schenkt.
De
levendmaking gaat altijd in een weg van ontdekkend licht. Vertroostende
woorden. Nieuw onderwijs. De terugkerende weg van ellende, verlossing
en dan
ook weer de dankbaarheid. De gaven die zo in het hart worden gelegd
zoeken een
weg. Om nu voortaan tot eer van God en tot heil van de naaste te leven.
En dan
is het de voortdurende bede: Heere maak mij Uw wegen door Woord en
Geest
bekend. Zo is het altijd een samengaan van het werk van een drie-enig
God. Vader,
Zoon en Heilige Geest.
|