De
praktijk van het christelijke leven. Er
is een godsdienst die
blijft hangen in bevindingen. In tekstjes en versjes. Waar ik verder af
wil
blijven. Doch ik vrees dat het zo niet en nooit verder komt. Het geloof
is
afhankelijk van het gevoel. En zo dus altijd erg wankel. Of het ook
geloof
genoemd mag worden is dan ook nog de vraag. Maar
wat is nu de werkelijke
praktijk van het leven met de Heere. Het is het leven uit dankbaarheid
in het
houden van de tien geboden die de Heere als zijnde de wet
heeft aangereikt. En Gods Heilige Geest
ontdekt mensen eraan dat ze niet in staat zijn deze te houden. Zelfs de
allerheiligste is niet volmaakt en blijft tot het laatst een zondaar.
In
gedachten, in woorden en in werken blijft het altijd een tekort. Hoe
meer
mensen door Gods Geest ontdekt worden aan zichzelf, hoe groter zondaar
men
wordt in eigen oog. Velen
zullen hun schouders
ophalen. We doen toch geen kwaad? We doen niemand toch tekort? We geven
toch
ieder het zijne? We vloeken niet en zijn netjes getrouwd. Maar
er staat in het Woord
dat wie een vrouw aanziet om die te begeren, die heeft alrede overspel
gedaan.
De zonde van het begeren. De zonde van de jaloezie. De zonde van het
spreken
over anderen. De zonde van ons karakter. De zonde van het denken te
kort te komen.
De zonde van niet hartelijk zijn en mensen buiten de deur af te
schepen. De
zonde van een kribbig antwoord. En zo komen we er bij ontdekkend licht
achter
dat we geen zonde doen maar zonde zijn. En dat is nu de praktijk van
het
christelijke leven. Het is te kort. En altijd weer is het te kort. Het
was
niets en zal ook niets worden. Het
wonderlijke is dat dit
alles met alle bestrijding van binnen en van buiten mensen niet afhoudt
van het
leven met de Heere. Met het verlangen om in die goede gemeenschap met
de Heere
te leven. En juist dat heeft de Heere altijd weer zo nodig. Het geeft
een leven
van het brengen van steeds weer die schuld die gezien en erkend wordt
bij de
Heere. Om van en door Hem vergeven ook voor het volgende weer geholpen
te
worden. Juist dit ontdekkend licht houdt dicht verbonden aan de Heere.
Het is
niet een leven van het wel te weten of het nu voortaan wel te weten.
Het is een
leven waarin steeds opnieuw wordt ontdekt aan de zonde en het vragen
naar ontdekking van
schuld die niet wordt gezien. In
het Paradijs zijn we het
beeld van God kwijtgeraakt. In een weg van groeien in genade zullen we
ervaren
dat we moeten sterven aan alles van onszelf. Dat de Heere Jezus in die
weg
steeds meer gaat groeien. En dat door genade in ons. |
|