Preken. Er
komt zondag aan zondag
een grote schare mensen op naar Gods huis. Om het Woord te horen. Velen
luisteren naar datgene wat wordt gesproken en nemen het voor zoete koek
aan. De
één denkt: Hij heeft het weer mooi gezegd. Het is
weer mooi gesproken. Een ander
heeft wat zitten slapen. Hij heeft het meeste niet gehoord. Maar er
zijn ook
die zeer begerig waren naar dat Woord.
Zo
zijn zij opgekomen. Zij hebben, zoals het Woord zegt, al of geen
voedsel ontvangen.
Zij waren opgegaan om zogenaamd verder geleid te worden. Ze kwamen met
de raadsels
van het leven. Om door het Woord meer van Christus te weten te komen
zochten ze
naar een antwoord op hun zielevragen. Zij hebben geleerd dat al wat aan
Hem is,
dat is gans begeerlijk. Bij Hem is raad, bij Hem alleen. Hoe langer op
de weg,
ze hebben steeds meer worstelingen om de goede strijd van het geloof te
strijden. Ze weten dat ze alleen door Woord en Geest onderwijs kunnen
krijgen. Vraag
je dan nu voortaan
eens af waarom je naar de kerk ging. Vraag je eens af welk onderwijs er
lag in
de preek die je hoorde. Werd de Christus gepreekt? En zo ja, hoe. Was
het enkel
weer een samenvatting van de heilsfeiten. Met als slot de kreet: Hij is
opgestaan! Een puur dode dogmatiek. Een preek die overigens nodigend is
voor
hen die buiten staan. Of
ligt er nu ook onderwijs
voor het verdere van de weg. Is er, kort gezegd, voedsel voor iedereen.
Het
Woord spreekt zo duidelijk van melk en vaste spijze. Maar wat is dan
het
verschil. Wat is het onderscheid tussen de melk en de vaste spijze. De
melk,
dat zijn de eerste beginselen van het christelijk geloof. Maar de vaste
spijze
geeft de uitgebreide regels voor het verdere van de weg. Onderwijs voor
het
leven van op en neer. Het alles te verwachten van Hem in het geloof.
Het gaat
over strijd. Het gaat over beloftes van de Heere die alle ja en amen
zijn in
Hem. Het gaat over het dragen van vrucht. We
kunnen dan eens kijken
naar diegene die de woorden spreekt. Wie is de predikant . Hoever is
hij zelf
geleid op de weg. Of heeft hij daar nog nooit van gehoord. Staat hij
naar
meerder onderwijs. Of is hij van mening ver boven anderen te staan.
Denkt hij
alleen te moeten onderwijzen. Of weet hij van een samen op weg. Van een
leren
en afleren door en met elkaar. Voelt hij zich beter dan tot wie hij
spreekt.
Beter dan hen die hij bezoekt. Bijvoorbeeld door met zijn zwarte pak te
laten
zien wie hij is. Die zwarte hoed die toch alleen hij draagt. Is het een
prediker die de aandacht voor zich vraagt. Of wijst hij van zich af. Ieder
mens moet verder
geleid worden. Dat geldt voor degenen die onder de preek zitten als
voor de
predikant en andere ambtsdragers. Niemand is uitgeleerd zolang hij
leeft. Ook
een ambtsdrager met een zwart pak niet. Ook hij zal in de drieluik van
ellende,
verlossing en dankbaarheid meer en meer zichzelf leren
zien. Onverbeterlijk. Ook hij zal de
strijd van de driehoofdige doodsvijand ervaren. Zijn leven lang. Ook
hij zal in
de omstandigheden van het leven geoefend moeten worden. Niet in de
hoogte.
Doordat de mensen zogenaamd met hem weglopen. Niets is gevaarlijker dan
dat.
Omdat de hoogmoed ook hem eigen is. Elke predikant zal door Woord en
Geest
geleid elke zondag oude maar ook nieuwe dingen brengen. Dat is heilzaam
voor de
gemeente. Een prediker die voor eigen leven weet wat het is om te
groeien in de
genade. |
|