De
Heere spreekt. Het
kan zo stil zijn. Het
leven kabbelt rustig voort. Je staat op en je gaat weer naar bed.
Tussen die
tijd handel je zo de dingen af van alle dag. Het kan saai heten. In elk
geval
is er niets bijzonders te melden. Doch
ineens komen de dingen
weer op je af. Ziekte, ongelukken, spanningen in het wereldgebeuren.
Het één na
het ander volgt zich op. Tot je als het ware wakker wordt. En je jezelf
afvraagt dat het toch niet zomaar iets is wat er allemaal gebeurt. Je
wordt het je bewust: de
Heere spreekt. Hij spreekt in jouw leven. Natuurlijk kan je de dingen
voor een
ander opmerken. Je oordeel al uitspreken voor je er nog maar over hebt
nagedacht. Want die of die, tja. Maar de Heere spreekt in ook ieders
leven persoonlijk
in de dingen die een ander aangaan. Hij vaagt van ons hoe wij met
datgene
omgaan wat gebeurt in het leven van anderen. De mensen die we wel of
niet
kennen. Misschien wel in het leven van onze eigen familie. De grote
vraag zou
moeten zijn: Wat heeft de Heere mij daarin te zeggen. Anders gezegd:
ben ik
bewogen met hen die dit of dat moeten ondervinden. Is er gebed. Is er
een
spreken over hen met de Heere. Vragen wij ons af wat de Heere ons, mij persoonlijk, heeft te
zeggen. De
Heere spreekt. Hij
spreekt in mijn leven. De Heere heeft mij altijd iets te zeggen. Elke
dag. De
dagen die soms zo rustig en zo kalm voorbij lijken te gaan. Of de dagen
die vol
zijn van moeiten en zorgen. En het is de grote vraag of wij datgene
mogen
opmerken wat ons in die rustige of onrustige dagen van de hand van de
Heere
wordt aangereikt. Waar moeten we stil bij staan. Wat moeten we ons
afvragen. Dit
vergt een tijd van rust. Van overdenken. En dat elke dag weer opnieuw.
In de
dagen dat het één na het ander ons ter ore komt.
Maar ook in de dagen dat het
alles zo rustig en zo stil om ons heen is. Contact
met de Heere. Een
persoonlijke band met Hem. Dat is wat elk kind van God nodig heeft. Ja,
dat is
het waar niemand zonder zou moeten kunnen. Zoeken naar de dingen die
Hij ons
heeft te zeggen. Wat vraagt de Heere van mij, van ons. En
dan komen we direct op de
vraag hoe wij in het leven staan. Vinden we het allemaal wel goed..
Zijn we met
onszelf tevreden zoals het gaat. Of is er vanbinnen toch die altijd
durende
zoektocht naar datgene wat de Heere in Zijn Woord van ons vraagt. Is er
altijd
die bede: Heere, doorzoek en ken mij. Is er in mij een schadelijke weg.
Leidt
mij op de eeuwige. Daarbij wetend dat de Heere spreekt als Hij mensen
weer op
hun plek wil brengen. Het plekje dicht aan Gods hart. De
Heere spreekt in het
leven. Hij spreekt in de tijden wanneer de storm in ons leven is
gekomen. Hij
spreekt in het weer wat we al of niet kunnen gebruiken. Hij spreekt in
de dagen
waarin het allemaal
voor de wind schijnt
te gaan. Duidelijk is dat de Heere voor al Zijn kinderen wegen weet te
vinden
om hen aan te spreken. Om hen tot zichzelf te doen inkeren. Maar je
moet er wel
oren naar hebben. Het
hoeft maar een eenvoudig
voorval zijn. Het kan ook een bom lijken. Al wat Hij denkt dat nodig is
geeft
Hij op Zijn tijd en wijze. En Hij gaat net zolang door tot Zijn stem is
verstaan. Niemand wacht op tegenspoed. Niemand wacht op zwaar weer. Al
Gods
kinderen weten dat het leven van genade niet zonder is. Doch het geloof
heeft
hen geleerd dat er altijd een
weg naar
de Heere blijft. Om met Hem de dingen van alle dag te bespreken. De ene
keer is
duidelijk wat de Heere heeft te zeggen. Wat Hij vraagt. Wat Hij wil.
Doch een
andere keer kan veel tijd nodig zijn om Zijn stem te verstaan. Het is
de
praktijk van het geestelijk leven: Zo Hij vertoeft, verbeidt Hem, kijk
naar Hem
uit. Hij zal zeker en gewis komen. En dan vallen de puzzelstukjes ook
nu weer
op hun plek. |
|