Het
zogenaamd reformatorisch
denken. We
komen het nogal eens tegen.
Het zogenaamd reformatorisch denken. Het is de gedachte dat we de Heere
behagen
met uiterlijke dingen. Met de dingen van de letter. We zien in de meest
rechtzinnige kerken zo de grootste hoeden. De langste rokken. Het
meeste zwart.
Kunstig opgestoken haren. Grote collectes. En ga zo maar door. Dat zijn
dan de
vruchten die komen van een daad die Luther door genade mocht doen. In
hoeverre
wordt hier gedwaald? We
horen namelijk ook een
geheel ander geluid. Het geluid van de genade, van het geloof. Van de
vruchten
der liefde. En dat alles gegrond op de Heilige Schrift. Dit alles heeft
te
maken met de derde Persoon in het Goddelijk Wezen. Het gaat over de
Heilige
Geest. De Werkmeester van de zaligheid. De Heilige Geest Die het hart
vernieuwt.
Die het ontdekt van dag tot dag. Die daarin de liefde legt die
voortkomt uit
het werk van de Heere Jezus. Een liefde die alle verstand te boven
gaat. Een
liefde die de meest wonderlijke vruchten draagt. In een weg van
zelfverloochening. In het dienen van de ander. Het meeleven met de
ander. De
liefde die leert vergeven. Die niet doorgaat op een heilloze weg van
verharding. Het is de liefde die leert bukken en buigen. Vroeg of laat.
Die de
ander altijd uitnemender acht dan zichzelf. Wanneer deze liefde in het
hart is
gelegd, er komt een geheel ander leven. En elke keer wanneer die liefde
in
beoefening is, er zullen rijker en heerlijker vruchten gedragen worden.
Vruchten van uiterlijke dingen? Och, het is vaak slechts een streek,
dorp of
gemeente die daar invulling aan geeft. En wanneer iemand
niet meespeelt in dat orkest, wat
uiteindelijk door mensen wordt gedirigeerd, het gevaar is zo groot dat
oordelen
en veroordelen van de persoon gaat spelen. Vraagtekens worden zo snel
gezet
wanneer een menselijk meetsnoer wordt gehanteerd. Met alle verdriet en
eenzaamheid voor degenen die het aangaan. De
ware liefde,die door Gods
Heilige Geest in het hart wordt gelegd ziet een licht in de grootste
sloeber. Dan
kan het wonder van zalig worden voor iedereen en wordt vaak aan eigen
staat
getwijfeld. Wamt wanneer de Heere nu om wil zien naar een mens zoals ze
zichzelf steeds weer leren kennen, hoe zou Hij dan die of die niet
genadig
kunnen zijn. Het
reformatorisch denken
houdt voor velen iets in wat het niet is. En dat omdat men de inhoud
van het
woord genade niet kent. Genade gaat niet gepaard met allerlei wetjes en
plichten. De vrucht van de genade is de liefde. Het is het trachten te
houden
van Gods tien geboden. En dat enkel en alleen uit dankbaarheid. Een
houden van
Zijn heilige Wet, waaraan de liefde tot God en de naaste ten grondslag
ligt.
Het is zoals in Matthëus 25 wordt verwoord. Het aanreiken van
een beker koud
water. Het bezoeken van weduwen en wezen. Het brengen van een lichtje
in een
geheel donkere nacht voor deze of gene. Het is een biddend leven om de
hulp en
de leiding van Gods Geest. Om op het goede moment hier of daar tot een
hand en
een voet te mogen zijn. En dat in het meeleven en meelijden. Geen
oorzaken tot
zalig worden. Geen doen van goede werken om het eeuwige leven te
verkrijgen.
Maar enkel en alleen uit de liefde die in het hart is gelegd te
beantwoorden.
Met de steeds weerkerende vraag: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal. |
|