Elk
mens wordt anders geleid.
En
hoe gaan we nu in de praktijk met elkaar om. Is er nog een luisteren
naar
elkaar? Een open staan voor elkaar? Of is het altijd die eigen haan die
koning
wil kraaien? Misschien gefundeerd op wat dogmatische beschouwingen? Ik
weet hoe
aan alles een valkuil is verbonden. Hoe we in alles kunnen doorslaan.
Zelfs in
de meest rechtzinnige godsdienst.
Maar
om nu eens een moment bij jezelf stil te staan. En dan aan jezelf te
vragen:
wie ben ik nu eigenlijk? Wat zeg ik nu eigenlijk? Wat doe ik? Welke
consequenties heeft dit nu voor een ander. Dan kom ik al snel op het
karakter
van een mens. Het is heel goed daar bij stil te staan. Het is zo
gemakkelijk
gezegd: ja, zo ben ik nu eenmaal. Maar ligt dit wel zo?
Het
Woord leert ons dat er geen mens is die van zichzelf goed is. Allemaal
zijn ze
afgeweken van God. En ieder zoekt in wezen zichzelf. Men wil staande
blijven.
Vooral niet ondersteboven gaan met zichzelf. En toch leert datzelfde
Woord ons
dat het zonder vastlopen met jezelf niet kan. Een mens moet worden
omgekeerd,
omgekeerd en nog eens omgekeerd. Nogmaals, dit zal uit zichzelf niet
gaan.
Alleen Gods Geest kan in een onwederstandelijke werking dit wonder
verrichten.
En wanneer dit gebeurt, het zal een dagelijks weerkerend proces
blijven. Is er in
mij een schadelijke weg, leidt mij op de eeuwige.
Doorgrond
mij, ken mijn hart o Heere. Al Gods kinderen komen er steeds opnieuw
achter dat
het met hen niets was, niets is en ook nooit iets zal worden.
Het
is niet goed een strijd aan te gaan met andersdenkenden. Met het
oogmerk deze
te winnen. Eigen
inzichten en gedachten
kunnen alleen in een weg van ander licht over iets krijgen veranderen.
Een
zogenaamde eye-opener door Gods Geest gewerkt doet wonderen in het
leven van
een mens. Met ook de verstrekkende gevolgen voor een ander. Paulus werd
op de
weg naar Damaskus
zo veranderd, dat
niemand hem meer herkende in hetgeen hij nu besprak. Hij preekte
terstond de
Christus. Zijn gehele doen en laten draaide in ene keer volledig om.
Natuurlijk
heel begrijpelijk dat dit niet te begrijpen was voor de mensen die om
hem heen
stonden. Doch wanneer de Heere iets werkt, Hij zal overal voor zorgen.
Zo kreeg
ook deze man mensen naast zich
die
konden uitleggen wat gebeurd was in het leven van Paulus.
Een
mens met genade leert zichzelf kennen. Ook zijn karakter ziet hij in
het licht
van Gods heilige Wet. Na een bekering in het leven zal dit karakter een
rol
spelen in het nieuwe godzalige leven wat wordt geleid. In het verdere
zal
blijken dat het wordt gelouterd. Paulus bleef een strijder. Doch nu een
strijder voor de Heere. Naast het karakter staat direct de gave, die
een mens
in zich heeft. Toen de Heere naar de hemel op was gevaren, de Heilige
Geest
werd uitgestort, de gaven werden in het leven van mensen gelegd. Ook de
gave
van een mens met genade wordt dienstbaar gesteld in Gods Koninkrijk.
Wanneer de
Heere een mens roept in Zijn Koninkrijk dienstbaar te zijn, de gaven
zullen in
de weg van de bekwaming geoefend worden. Het is als met de gelijkenis
van de
talenten. Ze zullen verdubbelen. En een mens met genade staat daar ook
naar.
Dagelijks zoekt hij te groeien in Christus. Hetgeen wil zeggen dat hij
zoekt
verder te worden geleid op de weg. Om met meer genade zijn gaven des te
meer te
kunnen geven aan de dienst van God.
Het
leven van de genade is dus een leven van groeien in de diepte. Het is
een
verkrijgen van meerder verstand van God en goddelijke zaken. Het is een
leven
van je kunnen verplaatsen in anderen. Die misschien meerder of minder
genade
hebben. En om in deze weg samen op weg te gaan. Naar elkaar luisteren.
Van
elkaar leren. Voor elkaar openstaan. Elkaar zoeken te begrijpen. Direct
komen
dan de vruchten die de Geest in een mens werkt openbaar. Mildheid,
zachtmoedigheid, barmhartigheid. Maar de eerste en de belangrijkste
vrucht in
het leven van al Gods kinderen is de LIEFDE.
En
deze vergaat nimmermeer.
|