Satanische
streken Mensen met
genade staan bloot aan de aanvallen van de vorst
der duisternis. Zoals David eenmaal viel voor de vrouw
Bathséba, zo staan al
Gods kinderen in de strijd van de geest tegen het vlees. Ik kan het ook
zo
zeggen: Die oude mens staat steeds weer op. Hij probeert die nieuwe
mens in
Christus ten onder te krijgen. Hij wil niet sterven. Hij zoekt het
leven. De
satan weet waar hij Gods kinderen kan pakken. De zwakste plek weet hij
te
vinden. En is dat niet de hoogmoed van huis uit? De Heere zoekt voor Zijn kinderen geen grote dingen. Hij leidt ze in een eenzame weg alleen. Daar oefent Hij hen. Want Hij wil geen vlek of rimpel in hen zien. Elk mens zoekt op de gemakkelijkste wijze in de hemel te komen. Maar de Heere laat zien dat het zo niet gaat. Hij loutert en heiligt Zijn kinderen net zo lang tot Hij Zijn beeld terugziet. Dat is altijd in een weg tegen het vlees. Ja zelfs tegen het vrome vlees. Wat blijft het
bij verder onderwijs altijd een weg van
schuld, boete en berouw om te groeien in genade. Zie ook David. Een
kind van
God. Gevallen in de zonde. Gevallen door zijn begeerten. Menend zo
verder te
kunnen gaan. De Heere komt hem echter tegen. Wanneer Hij Zelf Gods stem
niet
verstaat, de profeet doet het woord. Natuurlijk zoekt David onder de
schuld uit
te komen. Maar het onvermijdelijke klinkt: Gij zijt die man. De satan ligt
niet stil. Zeker is zijn kop vermorzeld. Maar
zijn staart weet zo te slaan dat de meest geoefende in de genade nog
valt in de
strijd tegen het vlees. Vleiende woorden zijn een oorzaak van veel
ellende.
Want wie verkiest deze niet boven het wee u. Mensen die wijzen op de
fouten en
de vinger op de zere plek leggen zijn doorgaans niet geliefd. Ook al
komt het
voort uit de liefde. Men is doorgaans een liefhebber van zichzelf. De strijd tegen
de duivel is niet eenvoudig. Mensen die
denken het in eigen kracht te kunnen zullen vroeg of laat vallen. De
duivel
weet net zo lang zijn slinkse streken aan te wenden tot hij zijn prooi
in de
ellende ziet wegzinken. Dan klinkt zijn helse schaterlach. Het is
gelukt. Hier
en daar hoort hij de kreet: voor die is geen genade meer. Dan is het zaak
om in het gebed te gaan. Om te bidden voor
diegene die door de listen van de satan is geveld. Zou God dan Zijn
genade
vergeten? Zou Hij niet meer van ontferming weten. Hebben Zijn
barmhartigheden
een einde gekregen? Gods kinderen weten dat dit niet zo is. Vroeg of
laat zal
blijken in wie de Heere Zijn genade verheerlijkt heeft. Vroeg of laat
zal
blijken wat zijn is en wat schijn bleek. Het kan lang duren maar de
Heere laat
Zijn kinderen nooit los. Het werk wat Hij eenmaal begon zal zeker
worden
afgemaakt. Gods kinderen die door de listen van de satan zijn prooi
werden
komen in een hele zware weg. Ze kunnen zelfs aan de rand van de afgrond
komen.
Ze kunnen zo ver wegglijden dat ze de dood voor het leven kiezen. Maar
onder
hen zijn de eeuwige armen. Vroeg of laat gaan de ogen van deze
ellendigen open.
In een weg van schuld, boete en berouw zullen ze opnieuw worden
aangenomen in
de Geliefde. Dan zal er in de hemel meer blijdschap zijn om deze ene
zondaar
die zich bekeert, dan om de negenennegentig rechtvaardigen. die met een
ingebeelde hemel naar de hel gaan. |
|