Zelfs in onze kringen wordt weinig
verstaan van de uitverkiezing.
Maar velen zijn geroepen en weinigen uitverkoren.
De Heilige Geest wordt, zonder de
betekenis hiervan te verstaan, buiten beschouwing gelaten. Alsof een
mens
zichzelf moet of kan veranderen. Doch hoe zal een mens zich bekeren
zonder de
werking van de derde Persoon in het goddelijk Wezen. Niets uit ons. Het
al uit
Hem. Zo reizen we naar Jeruzalem. Uit God. Door God. Tot God. Het
kleinste
genadewerk is een vrucht van de werking van de Heilige Geest!
Van nature
is er geen mens die naar God vraagt.
Preken, roepstemmen, het zal geen nut doen zonder de kracht van de
Heilige
Geest, uitgaande van de Vader en de Zoon. Deze is het Die Heere is en
levend
maakt. Geestelijk dode mensen zullen horen de stem van de levende God.
Maar
nooit zonder Gods Geest. En die Zijn stem gehoord hebben zullen leven.
Elk van
Gods kinderen leert uitroepen: Ik was blind. En nu zie ik. Wat is het
dat Gij
hebt omgekeken naar een dode hond als ik ben. Daar zoveel gaan
verloren. Die Ge
geen ontferming gunt
De
boom wordt aan de vruchten gekend. Een goede boom
brengt goede vrucht voort. Een mens in Christus draagt de vruchten uit
Zijn
Geest. En de eerste vrucht is de liefde. Het is een gevolg van de
liefde van
God die in het hart is uitgestort toen de Heilige Geest Zijn werk
begon. Die
liefde nodigt tot wederliefde. Het is God liefhebben boven alles. En de
naaste
als onszelf.
Een boom die
geen vruchten draagt wordt omgehouwen.
En waar de boom valt, daar zal hij blijven liggen. Ieder mens wordt
dagelijks
door Woord en Geest opgeroepen zich tot God te bekeren. Van eeuwigheid is een plan uitgedacht.
Daar is raad gehouden tussen
God de Vader en Zijn Zoon. Een kerk is uitverkoren
Gods
lof te verkondigen. Deze zal in de tijd toegebracht worden op grond van
de
verdienste van de Zoon. Zich openbarend door Zijn Geest. Op ieder mens
rust de
verantwoordelijkheid zich te bekeren. Krachtens de roeping. Doch het is
de
Heilige Geest Die harten opent en uiteindelijk de zaligheid uitwerkt.
En als ik
dit wonder vatten wil, mijn verstand staat vol eerbied stil.
Gods
kinderen worden hier bearbeid naar Gods raad.
Toebereid God te kunnen ontmoeten. Ieder van
Gods kinderen wordt anders geleid. De ene mens heeft al jong de
zekerheid des
geloofs. Terwijl de ander een leven lang doodbrakende over de aarde
gaat. Kan
het er niet voor houden. Doch beiden zullen aankomen in het Jeruzalem
dat Boven
is.
Aan de ene
kant is er die verantwoordelijkheid die
op een mens rust. Terwijl daar anderzijds het
besluit
van God is. Hij geeft wie Hij wil. Hij onthoudt ook die
Hij wil. God is
vrij. Hij is niemand iets verplicht. Doch Hij is gebonden aan Zijn
Woord. Aan
de beloftes daarin gegeven. Klopt en u zal opengedaan worden. Zoekt en
gij zult
vinden. Bidt en u zal gegeven worden. Ieder mens mag God vastgrijpen
aan de
beloftes die in Christus alle ja en amen zijn. En zoals Hij Zich in
Zijn Woord
openbaart, zo Is Hij.
Geen mens is
te verontschuldigen. Het evangelie is
verschenen aan alle mensen. God vraagt in de weg van de middelen in
Christus
naar mensen. Laat u met God verzoenen. Welk een grote
verantwoordelijkheid voor
mensen die gesteld zijn in het ambt. Doch ook zo’n levenswerk
voor allen die
getrokken zijn met
koorden der liefde.
Mensen die enthousiast zijn gemaakt voor de dienst van de Heere. Om
anderen aan
te sporen de Schat te zoeken waar roest geen vat op heeft.
En waar uw
schat is, daar is ook uw hart.
|