Schuld Het
wonderlijke proces van
de bekering staat onder ‘
leiding ’van
Gods Heilige Geest. Door Woord en Geest worden mensen meer en meer
ontdekt aan
zichzelf. Met afschuw zien ze uiteindelijk zichzelf. Zoals ze
handel(d)en en
wandel(d)en. Denken ze misschien eerst dat het nog wel allemaal
meevalt, in het
verdere leren ze gruwen van zichzelf. Het is niet
één zonde, niet twee of
meerdere. Nee, het gehele leven getuigt van zonde. Ze zien dat ze geen
zonde
doen maar zonde zijn. Vanuit henzelf komt geen goed voort. Nu is het
praktijk
dat we liever de verkeerdheden van anderen zien. De ander oordelen en
veroordelen. Afstand nemen van hen die mogelijk zelfs in openlijke
zonde zijn
gevallen. Het Woord leert dat slechts zij die zonder zonde zijn
genodigd worden
een steen te werpen. Waarna allen zich verwijderden. Maar het Woord
leert nog
meer. De Heere ontfermt Zich over hen die hun zonde inleven. Hij laat
hen niet
verloren gaan, maar vergeeft ze. Dat kan niemand dan Hij alleen. Hij
droeg de
straf op de zonde. Hij ging de dood in voor mensen die het alles hebben
verzondigd en nog steeds schuld met schuld vermeerderen. Het proces van
zonde
inleven, schuld hierover voelen, vergeven en opnieuw beginnen duurt een
geheel
leven. Het geeft daarom ook geen enkel recht een ander te oordelen of
te veroordelen.
Integendeel, het nodigt alleen tot ontferming en liefdevol meeleven. Er
staat
immers zo duidelijk: Vergeef ons onze schulden. Gelijk ook wij vergeven
onze
schuldenaren. Het
wonderlijke is dat
mensen die gewagen van genade in hun leven vaak zo moeilijk tot deze
stap
kunnen komen. Integendeel, ze vermijden liever diegenen waarvan ze de
zonden
hoorden vertellen. Mensen in de nood van hun leven kunnen later vaak
niet
anders vertellen dan dat ze alleen werden gelaten en er geen hulp van
mensenkant kwam. Het wonder van de Heere in Zijn goedheid en trouwe
zorg bewerkt
van kanten waarvan het niet werd verwacht toch een uitgestoken hand. Schuld
bespreken is iets
anders dan schuld inleven. Schuld bespreken kan koud en gevoelloos
zijn. Het
hoort er nu eenmaal bij toch? Schuld inleven doet je echt als de
slechtste en
onwaardigste van allen voelen. Het brengt niet op de straat maar zoekt
het
laagste plekje. Wanneer de satan er zijn klauwen inzet kan het tot de
grootste
ongelukken leiden. De Heere ontfermt Zich over de Zijnen. Zodat hulp en
bijstand geboden wordt in de omstandigheden waarin schuld tot schuld
wordt. In
de Bijbel lezen we van ware
en oprechte schuld. Mensen die zichzelf leerden kennen door Gods
genade. Een soms
lang verborgen schuld die openbaar kwam. Waar gesmeekt werd om Gods
genade.
Omdat er van henzelf uit geen recht op genade was. Maar waar genade als
een
wonder door het geloof mocht worden ingeleefd. Dan eerst werd gezongen
van opnieuw
trouw en goedheid van de Heere. Zo zal het ook nu nog zijn. Een
lichtvaardig
praatje over schuld kent deze gang van het wonder niet. Maar alleen het
erkennen van de geëigende schuld die om straf roept zal het
wonder van vergeven
ook als zodanig zien en erkennen. |
|