Strijd Strijd
is iets wat inwendig
en uitwendig wordt gevoeld. Het heeft te maken met ons gevoel. Met ons
geweten.
Strijd is dan ook iets wat een geheel verkeerde uitleg kan krijgen. We
weten
heel goed dat de strijd om in te gaan de strijd is tegen de
driehoofdige
doodsvijand. Maar wanneer dit voor ons alleen een stuk theorie is het
heeft met
de praktijk van onze strijd niets te maken. Strijd in het geestelijk
leven is
de strijd tegen de wereld. Om als een afgezonderd volk de weg te gaan
die de
Heere wijst. Hoe snel worden we meegezogen op allerlei wegen die met
God niets
hebben te maken. Het is ook de strijd tegen de duivel. Om staande te
blijven
tegen allerlei verzoekingen. Verzoekingen van binnen en van buiten.
Maar het is
ten slotte en niet in het minst ook de strijd tegen ons eigen boze en
verdorven
hart. Want daarin woont van nature, maar ook na ontvangen genade, geen
goed.
Het leven met de Heere is een voortdurend vragen om de hulp en leiding
van Gods
Heilige Geest. Om maar steeds weer ontdekt te worden aan zonde en
schuld. Om
die oude mens meer en meer af te sterven en in een nieuw en godzalig
leven te
wandelen. Strijd
krijgt vaak een
verkeerde uitleg. Zo is er een grote groep mensen die de strijd invult
als
zijnde de strijd of men nu wel of niet bij de Heere behoort. Het is de
strijd
of mijn nu wel of niet behouden zal aankomen. Een steeds terugkerende
stand in
het geestelijk leven. Het is de strijd, schijnbaar noodzakelijk, alsof men het de ene keer
kan geloven, maar
een andere keer weer niet. In deze strijd klinkt dan eigenlijk het
wantrouwen
door jegens de Heere. Want Hij is immers de Getrouwe en weet van geen
wankelen.
Al wat Hij eenmaal gesproken heeft zal Hij bevestigen. Hij zal steeds
weer de
Zijnen tot Zich brengen wanneer ze verkeerde wegen bewandelen. Nooit
zal Hij
één van hen verloren doen gaan. Het alles gaat
wel altijd in een weg van steeds
terugkerende ellende, verlossing en dankbaarheid. Steeds opnieuw zal de
Heilige
Geest mensen ontdekken aan zonde en schuld. Maar ook steeds weer zal in
een weg
van vergeving de vrede terug komen. Er
schijnt vaak bij mensen
die in het donker terechtkomen geen doorzicht te zijn. Geen inzicht.
Want hoe
komen mensen nu in het donker. Wat is het wat hen een dikke duisternis
over hen
doet komen. Vaak is er de oorzaak van het geen verschil kennen tussen
het
geloof en het gevoel. Mensen die afgaan op hun gevoel kunnen keer op
keer in
het donker terechtkomen. En er dagen blijven omdat ze geen onderwijs in
deze
hebben genoten. Zonder dat ze de oorzaak zelf weten komt er een strijd.
Men is
angstig en heeft geen rust of vrede. Eerst wanneer ze weer een fijn
gevoel
hebben kunnen ze weer geloven. Dit heeft echter niets met het geloof te
maken.
Het is een zuiver afgaan op gevoel. Op een omstandigheid waarin met
verkeert, die
weer zo is dat men zich er prettig in voelt. Een gevoel wat zo vaak
bedriegt.
En waarbij mensen dus bedrogen uit kunnen komen. Niet ons gevoel zal
ons
behouden. Mensen
komen in het donker
door het bewandelen van wegen die de Heere gram zijn. Ze hebben echter
geen
enkele gedachte hierbij. Ze gaan maar door en zien enkel schuld en
oorzaak bij
een ander. Ze missen het ontdekkend werk van Gods Heilige Geest. De
donkerheid
die ze hebben leggen ze uit als zijnde het niet te kunnen bekijken of
ze nu wel
of niet bij de Heere horen. Kortom, in wezen voelen ze dat ze wegen
gaan die
niet zijn naar het gebod van de Heere. En het wonderlijke is dat ze
zich nu laten
leiden door mensen. Ze wachten af wat bijvoorbeeld de dominee hen zegt.
En
laten zich door hem weer een bepaald geloof aanpraten. Het is echter
zeker dat
dit weer voor een tijd is. Want het is nergens op gegrond. De schuld
ligt er
nog. Binnen de kortste keren lopen deze mensen weer in het donker. Zo
zal het
blijven tot er ander onderwijs komt. Dit lijkt voor buitenstaanders
onmogelijk
in kringen waar ze zich begeven. Maar door Gods Geest geleid komt het
toch op
Zijn tijd en wijze wanneer ze zijn aangeraakt door Gods Geest. |
|