Van
een talent en een roeping. In het Koninkrijk van God is onderscheid in genade. Wanneer een mens tot God wordt bekeerd, er wordt genade geschonken. De zonden zijn vergeven door het geloof in de Heere Jezus. Deze genade is voor al Gods kinderen. Er is dagelijks opnieuw vergeving nodig voor de zonden. Want tot het laatste toe blijven mensen zondaars op deze aarde. Of mensen in grote zonden vallen of niet, de Heere kan en wil met de minste van de zonde geen gemeenschap hebben. Wanneer het in het leven niet vlak ligt tussen de Heere en Zijn kind, er komt een donkerheid over hen. Eerst wanneer er wordt erkend gezondigd te hebben, de verhouding wordt opnieuw hersteld en is er sprake van opnieuw te worden aangenomen in de Heere Jezus Christus. Aan de andere
kant krijgt een kind van God meer of minder te
zien van de Heere Jezus. De Heilige Geest neemt uit Hem en geeft het
aan de
kinderen van God. Het zijn de gaven van God. De gaven uit God. Met die
gaven
zijn Gods kinderen werkzaam voor de Heere. In een liefdedienst.
Dienstbaar in
Gods Koninkrijk. Met datgene wat ze van God hebben ontvangen. Met
genade. Ze
krijgen het voor niets. Maar moeten met die genade wel woekeren. In het
leven
moet dagelijks geprobeerd worden van deze genade meer te maken. Het
zijn de zogenaamde
talenten. De gelijkenis leert dat de Heere zeer toornig is op diegene
die zijn
talenten ongebruikt heeft gelaten.
Niet iedereen
krijgt evenveel talenten. Het is ook niet
belangrijk. Het komt er op aan dat we de talenten die we krijgen tot
eer van
God besteden. Dat we de talenten in ons leven verdubbelen. Dit kan op
allerlei
wijze. De Heere gebruikt de Heilige Geest en Zijn Woord in het leven om
dagelijks tot de talenten toe te voegen. Misschien door te luisteren
naar
andere kinderen van God die al veel meer hebben gekregen. Misschien
door te
lezen. Te bidden. Er staat in de Bijbel dat het zelfs in de slaap
gegeven kan
worden. Het kan ook goed zijn een cursus te volgen. Wat zijn nu
bijvoorbeeld talenten. En hoe kan je zo’n talent
nu in Gods Koninkrijk gebruiken. De talenten zijn de gaven. Iets waar
je
geschikt voor bent. Misschien om eenvoudig moeder te zijn? Misschien om
iets te
schrijven? Sommige mensen kunnen goed organiseren. Anderen zijn zeer
muzikaal.
Kortom, de gaven besteden in Gods dienst. Tot eer van God. Tot
uitbreiding van
Zijn Koninkrijk. Er zijn mensen die heel goed weten waar de Heere hen
voor
heeft geroepen. Anderen zien dat niet zo duidelijk, maar zijn zonder
dat ze het
weten tot een zegen. Toch is het goed jezelf af te vragen wat je nu
eigenlijk
in het leven voor de Heere betekent. Misschien word je je bewust dat je
een
leven leidt zonder de eer van God te bedoelen. Misschien doe je iets
waarvan de
Heere een afkeer heeft. Het is heel belangrijk je af te vragen wat de
weg en de
wil is van de Heere. Wanneer je dat niet duidelijk ziet is het nodig de
Heere
net zo lang om licht te vragen tot je het zeker weet: Dit wil de Heere
met mijn
leven. Wanneer er een roeping is volgt ook een bekwaming. Mozes werd
immers ook
geroepen. Toen hij de Egyptenaar doodsloeg dacht hij dat zijn tijd al
gekomen
was. Hij moest echter nog veertig jaar in de woestijn zwerven voor de
Heere hem
echt ging gebruiken het volk te verlossen. Zo moeten ook mensen die
weten van
de roeping in hun leven, soms jaren op de leerschool van Gods Geest
zijn voor
ze zien hoe de Heere deze roeping gaat invullen. |
|