In
tegenspoed geduldig. Het
leven is en blijft een
leerschool. En alles wat ons overkomt ligt onder de besturing van de
Heere
Zelf. Hij weet van alle omstandigheden. In voor- en tegenspoed. Hij
laat toe.
En alles heeft als doel ons te oefenen in het allerheiligst geloof. Wat
betreft de voorspoed,
het is niet zo moeilijk om dan te geloven. Geloven dat de Heere er is
en voor
ons zorgt. Hem te danken voor dat alles. Maar laten we eerlijk zijn:
hoe
dikwijls vergeten we Hem te erkennen en
te herkennen in die tijden. De waarde van de voorspoed te waarderen.
Omdat het
zo vaak al snel weer normaal lijkt. Doch
het leven bestaat niet
alleen uit de dingen die naar het vlees zijn. Het is vaak heel snel
anders. Er
komen zorgen. Er komt verdriet. Pijn. Ja, kort gezegd, het is een tijd
dat de
dingen tegen ons zijn. Althans, zo lijkt het. We raken in
vertwijfeling. En
komen ontzet tot onszelf. We dachten immers dat het nooit meer anders
zou
worden. Voorspoed. Het leek erop alsof we zo het verdere van ons leven
zouden
genieten van het één na het ander. En we dachten dat de Heere ons zo
het
verdere zou leiden. Er
zijn echter andere tijden
aangebroken. Tijden van voor de beleving tegenspoeden. Het is hard
aangekomen.
Alsof je wakker bent geschrokken. De vraag rijst op: waar sta ik. Wat
is me overkomen.
Wat gebeurt me. En, de belangrijkste vraag, wat heeft de Heere mij te
zeggen.
De meer geoefende christenen weten dat er een andere tijd gaat
aanbreken. Dat
het na de tegenspoed nooit meer zal worden wat het was. Een tijd van
stilstaan.
Van overdenken. Van terugkomen bij de Heere. Met de vraag of Hij Zelf
de weg
wil wijzen. De storm in jou wil doen tot stilzwijgen brengen. De rust
in je
terug wil geven in de omstandigheden die veranderd zijn. Je het
vertrouwen wil
geven dat de Heere van de moeilijkheden afweet. Dat Hij het niet voor
niets zo
donker in je leven liet worden. Geloven en vertrouwen dat de Heere een
doel
heeft met deze omstandigheden. Leren wachten op dat wat de Heere
bedoelt. Op
licht in de duisternis. Niet weglopen. Niet opstandig zijn. Maar leren
geloven
en vertrouwen op de stem van de Heere, Die zeker zal klinken. Die niet
uit is
op onze ondergang. Maar ons verder wil leiden op de weg. Op de weg van
het
geloof. Om stormen te weerstaan. Niet onder te gaan in de golven. Maar
gelouterd en geheiligd boven te komen. En dan te zeggen dat het goed is
verdrukt te zijn geweest. Opstand
en boosheid is een
mens eigen. Twijfel en angst kan er zo zijn. Bang zijn te verdrinken en
om te
komen. Bezorgdheid en overbezorgdheid niet te vergeten. Maar wie God
bewaart is
wel bewaard. Zalig immers die de God van Jacob tot zijn hulp heeft.
Nogmaals,
de omstandigheden zijn niet altijd naar het vlees. Maar in een weg van
louteren
en heiligen zijn de omstandigheden nodig om dit te bewerkstelligen.
Omstandigheden
van binnen en van buiten. Moeiten naar het lichaam. Zorgen naar de
geest.
Verdriet om gemis. Om een handelwijze van mensen die jij je tot je
vrienden had
gerekend. Mensen die je had vertrouwd. En met wie je zoveel had
gedeeld. Doch
die om de één of andere reden zich tegen je hebben gekeerd. De
Heere leert in Zijn Woord
en door Zijn Geest voortdurend je dat wat je nodig hebt. Lessen die
steeds
moeilijker worden. Maar als je weet hoe het in de weg van de loutering
gaat,
dan vrees je de omstandigheden niet. Natuurlijk blijven we mensen. En
kunnen
gevoelens van verdriet en teleurstelling hevig zijn. Doch in een weg
van
overdenken, nadenken, vragen naar de Heere, komt er altijd weer een
tijd van je
verblijden. Het blijft een wachten en hopen op antwoord op je vragen.
Doch wie
de Heere in de nood aanroept vindt Zijn gunst heel groot. Geduld
is een schone zaak.
Met al je zorgen komen bij de Heere. En wachten op het antwoord wat Hij
geeft
op de vragen die je hebt in de omstandigheden die je niet begrijpt. |
|