Een kruis wat
soms te zwaar lijkt.
Elk
van Gods kinderen krijgt een kruis te dragen. Het is niet bedoeld om
hen te
plagen. De Heere wil de tegenslagen gebruiken tot louteren en heiligen.
Dit
moet worden geleerd op de leerschool van Gods Heilige Geest. Van nature
zit in
ieder mens een antipathie tegen datgene wat tegen zit. Het liefst wordt
het
hier en nu als een hemel op aarde ervaren. En wordt het kruis gezien
als de
straffende en kastijdende hand van de Heere. Maar de Heere werkt in die
weg
Zijn genade niet uit. Er wordt ervaren dat de dagen van de duisternis
veel
zijn. Wanneer de ene golf net is geweest, de andere dient zich weer
aan. Uit
alle tegenslagen redt uiteindelijk de Heere, Hij is niet uit op de
ondergang
van één der Zijnen. De psalmist zingt dat Hij de
val van Zijn kinderen niet
wil. In de zorgen is de Heere. Daarop moeten ze leren vertrouwen. Van
onder
zijn de eeuwige armen van Hem. Nogmaals, het is alleen het doel van de
Heere
Zijn kinderen op Hem te doen zien. Om het alleen van Hem te verwachten.
Dit is
een weg die tegen het vlees is. Er
staat geschreven dat het vlees en de geest van een mens altijd in
oorlog zijn.
Het vlees is de oude mens in Adam. De geest is de nieuwe mens in
Christus. En
om die laatste te doen groeien moet die eerste gekruisigd worden. Dit
zal niet
eerder gebeuren dan wanneer de Heere Zelf door Zijn Geest leert dat er
moet
worden gebukt onder het kruis. Het
kruis wat een mens in zijn leven meekrijgt is niet iets wat per ongeluk
op de
schouders wordt gelegd. De Heere meet de schouders voor Hij het
neerlegt. En
het is alleen Zijn oneindige liefde die een mens verwaardigt het te
dragen. In
het kruisdragen ligt enerzijds groei in genade. Terwijl aan de andere
kant
hierdoor vrucht mag worden gedragen in Gods Koninkrijk. Om dienstbaar
te worden
gesteld voor de Heere. Nooit zal de Heere zomaar een mens de genade van
een
kruis geven. Altijd is er het doel dat het tot verheerlijking van Zijn
Naam zal
zijn. In
het groeien in de genade zal het kruis zwaarder worden. En er ligt in
het
gelovig volgen van de stem van de Heere een stukje vrees en
tegen-op-zien. Uit
hetgeen is geweest mag de wetenschap zijn dat er altijd een moment van
blijdschap en vreugde zal komen. Dat na het zure toch weer het zoet zal
zijn. Gods
kinderen zijn echter niet uit op deze tijden van genieten. Alhoewel ze
zeker
dit als een bemoediging zullen ervaren, ze kijken weer uit naar het
vervolg van
de reis. Want de pijl ligt altijd weer verder. Er is altijd weer meer
genade te
verkrijgen. Met de hen geschonken krachten en moed gaan ze dan weer op
reis. De
toekomst is onbekend. De uitkomst is niet zeker. Begrijpen doen ze ook
niet
alles. Maar ze gaan. Vaak
gaat een opdracht gepaard met verloochening van zichzelf. Om
bijvoorbeeld los
te laten wat de Heere vraagt. Wat niet zonder pijn en verdriet gaat.
Wat ook
een kruis is in de roeping. Maar boven alles staat de Heere met Zijn
opdrachten. Waar de vraag klinkt: Hebt Gij mij lief? Liever dan dezen? Met
de verzoeking geeft de Heere ook de uitkomst. Met pijn moet een
verleden worden
afgesloten. Maar ramen worden geopend. En al is het nog maar het zien
van een
kleine lichtstraal, zeker is dat de Heere de Getrouwe is en blijft. Ook
in het
kruis wat moet worden meegedragen. |
|