Gods
leiding in het leven
van Zijn kinderen. Mensen
zien het liefst dat
alles voor de wind gaat en van een leien dakje. Er zouden geen vragen
zijn en
geen waaroms. Doch de praktijk van het leven leert anders. Er kan
zomaar weer
iets gebeuren. En het lijkt alsof alles op z'n kop staat. Je weet niet
meer hoe
het verder zal gaan. Het lijkt donker en alles ligt verward. Hierin
liggen de
geloofsoefeningen. Het is de Heere Zelf Die elk leven leidt. En Hij
bepaalt wat
nodig is om mensen te oefenen op Zijn leerschool. Ieder moet gelouterd
worden.
Een weg die voor de één veel moeilijker is dan
voor de ander. Dit alles in de
vruchten van de Heilige Geest. Het is niet de bedoeling in het werkhuis
terecht
te komen na en met ontvangen genade. Het is niet zo dat onze goede
werken iets
bij kunnen dragen aan onze zaligheid. De Heere Zelf wijst de weg. Over
bergen
en door dalen. Hij oefent in het geloof en Hij loutert het hart. Het
gaat niet
om wat we doen. Het gaat er niet om hoe druk we zijn in het leven. Het
gaat om
ons hart. Wat huist er binnen in ons. En dan met name: hoe is het
gesteld met
de vruchten van de Heilige Geest. Kennen we iets van de liefde. Kennen
we iets
van de mildheid. Kennen we iets van de blijdschap. Kennen we vrede,
Zijn we
lankmoedig. Goedertieren. Matig. Hoe staat het met ons geloof. Zijn we
zachtmoedig.
We
zijn in de vrijheid
gesteld. We moeten ervoor waken niet weer met het juk der
dienstbaarheid
bevangen te worden. Dat is de les die we een levenlang moeten leren.
Alles wat
ons in het leven overkomt zal meewerken in de heiliging van ons leven
wanneer
we hiervoor open mogen staan. Zonder heiliging is immers geen
zaligheid. De
voortdurende vraag wat de Heere ons heeft te zeggen in datgene wat ons
overkomt. Opstand, wrevel, nijdigheid, gierigheid, het zijn zomaar
dingen die
dagelijks bij ons boven kunnen komen. Het niet eens zijn met de weg die
ons
voor wordt gehouden. Het alles willen verhaasten om te weten hoe dit of
dat af
zal lopen. Ons wordt voorgehouden met lijdzaamheid de weg te gaan die
ons is
voorgesteld. Wetend dat alles wat ons op de weg tegenkomt een doel
heeft. En
wel het louteren van ons hele bestaan. Waarin van nature geen goed
woont en
waarin we ook steeds weer onszelf tegenkomen. Toch
gaat de Heere door met
dit werk van genade. Want anders is het niet. Hij zou ons ook aan
onszelf over
kunnen laten. De Heere betoont echter dat Hij getrouw is en blijft. En
niet
opgeeft om het werk wat Hij in een persoonlijk leven is begonnen door
te
werken. Af te maken. Elke dag weer komt Hij in het leven met Zijn
liefde en
geduld. Alhoewel de wegen die Hij gebruikt meest niet de gemakkelijkste
zijn.
Stilstaan op de weg is niet eenvoudig voor mensen die het eigenlijk
allemaal
wel weten. Maar toch moet dit geleerd worden willen we de stem van de
Heere in
ons leven verstaan. Stilstaan bij datgene wat elke zondag tot ons komt.
Het
Woord van de Heere in een dagboekstukje. Onverwachts en ongedacht
spreekt de
Heere. Tot elk die tot Hem zucht. De
Heere spreekt tot
iedereen. Wanneer men het niet wil horen zal het eenmaal tegen ons
getuigen.
Dan zal gezien worden dat het niet aan de Heere ligt als mensen
verloren gaan.
Hij is Getrouw. Maar mensen zijn ontrouw. Eén ding is
duidelijk: Wie de Heere
hebben wil, die zal Hij ook bereiken. Hoe moeilijk en hoe zwaar de
wegen ook
mogen zijn, ze komen eenmaal allen Thuis en niemand van hen zal gemist
worden. |
|