Gods
goedheid en trouw. Wanneer
de Heere bij je is, Hij maakt dat het kan. Hoe moeilijk de wegen ook
zijn. Hoe
onmogelijk het voor andere mensen ook lijkt, de Heere is geen ledig
Toeschouwer. Mild en overvloedig schenkt Hij genade voor genade. Geeft
Hij door
Zijn Woord en Geest onderwijs. Hoe donker ook de weg mag wezen, Hij
ziet in
gunst op die Hem vrezen. Dat is het waar al Gods kinderen van mogen
getuigen.
Door alles wat ze van Hem ontvangen weten ze in de omstandigheden van
het leven
zich getroost. Steeds opnieuw. Nee,
het is niet zo dat ze zich maar direct gewillig tonen. Soms is daar
veel
strijd. Zelfs opstand kan in het hart leven. Vragen rijzen op. Dat is
het zien
op de golven. Op de omstandigheden. Op alles wat schijnbaar tegen is.
Daar is
het ongeloof. De zonde van het ongeloof. Het niet onvoorwaardelijk
vertrouwen
op de Heere. Het niet uit handen kunnen geven van datgene wat zoveel
verdriet
en pijn doet. Doch op de leerschool van vrije genade wordt het geleerd
om stil
te berusten in Zijn beleid. Alles in Zijn handen over te geven. En zo
komt er
een vrede die alle verstand te boven gaat. Vrede met God. En vrede met
mensen.
Mensen die je ogenschijnlijk zoveel verdriet en pijn aandeden. En met
de Heere
is het opnieuw een gelovig gaan van de
weg die Hij wijst. Zeker
kennen ze hun eigen hart. Ja ze leren het steeds meer kennen.
Onverbeterlijk.
En ze zijn er van overtuigd. Er zullen weer momenten komen waarop die
oude mens
opstaat. Tijden waar ze zich weer te buiten zullen gaan. Ziende op
datgene wat
hen overkomt. Wat gebeurt. Doch de Heere is zo trouw. Hij blijft
Dezelfde. En
betoont altijd weer dat Hij het maakt. Het leert zingen in de nacht.
Groot is
Uw trouw o Heere, aan mij betoond. En ik, ik was een groot beest bij U.
Het
leven met de Heere is geen leven zonder moeite. Het leven met de Heere
is een
leven vol diepe dalen. Vol verdriet en pijn. Doch met de Heere wordt
het niet
gezien. Want Mijn last is licht en Mijn juk is zacht. In die drukwegen
worden
in de diepte de meeste lessen geleerd. Het leven van genade is een
leven van op
en neer. Van sterven aan jezelf en groeien in de genade en de kennis
van de
Heere Jezus. In de weg van de heiligmaking. Van strijden tegen die oude
mens.
Die altijd maar weer de kop opsteekt. En dat is zo nodig. Daar zijn die
diepe
wegen voor bedoeld. Want een mens van zichzelf is niks. En wordt ook
nooit
iets. Het is en blijft leven van genade. Doch Heere, Gij zijt genadig
en
barmhartig. En groot van goedertierenheid. Allen
die het van de Heere leren zullen het beamen. Zo wordt het geleerd. En
niet
anders. Jezelf handhaven is er bij de Heere niet bij. Jezelf
rechtvaardigen al helemaal
niet. Jezelf leren kennen als de grootste van de zondaren. Niet eens,
maar
steeds opnieuw. Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest. Maar nu
vertroost Gij mij. De
Heere leert strijden tegen jezelf. Tegen de wereld. En tegen de duivel.
Van
nature strijden we tegen God. Tegen de wegen die we moeten gaan. Leeft
opstand
in ons hart. Zijn we het met God niet eens. Menen we dat iedereen tegen
ons is.
Roepen we de Heere ter verantwoording. Doch
wanneer we in Gods heiligdom mogen gaan,
we gaan het anders zien. Anders leren. Anders beleven. Het was enkel
Gods
liefde. En Gods trouw. Om de weg te gaan die Hij met ons ging. Om Hem
te zien
in Zijn schoonheid. In Zijn beminnelijkheid. In Zijn trouw en in Zijn
goedheid.
Bij het zien van onszelf. In al ons tekort. Al onze schuld. Tegen een
goed en
rechtvaardig God. Gods
kinderen leren het wel af om te denken dat ze er zijn. Gods kinderen
leren het
wel af om te denken dat ze uitgeleerd zijn. En elke keer als ze weer
vallen in deze
hun dwaasheid weet de Heere wegen te vinden hen dat af te leren. Dat is
nu
juist de trouw en de wijsheid van de Heere. Het
is genade dat te zien en dat ook te aanvaarden. |
|