Uit diepte van ellenden De Heere Jezus
ging de weg van lijden en sterven. Om
uiteindelijk het leven te verkrijgen. Hij ging de Via Dolorosa. De
smarteweg.
Van het begin van Zijn leven tot het einde toe liep Hij gewillig deze
loopbaan.
Hierin beantwoordde Hij aan de wil van Zijn Vader. Om in een weg van
recht te
voldoen aan Zijn eis. Alleen in een weg van recht zou de Heere Jezus
mensen
kunnen redden van een eeuwig verderf. In alles werd Hij gelijk aan de
mensen.
Alleen de zonde deed en had Hij niet. Zo betaalde Hij met Zijn leven
voor de
openstaande schuld van anderen. Een volk dat in de tijd gezaligd zou
worden in
een weg van recht. Alleen door recht zal Sion verlost worden. En zo
ingaan in
het hemels Jeruzalem. Allen die tegen Gods kinderen opstaan zullen door
datzelfde recht veroordeeld worden. Ze zullen ondervinden dat God geen
ledig
Toeschouwer is. Hij zal bezoeken datgene wat voor Hem niet kan bestaan.
Gods
kinderen gaan een weg van
gehoorzaamheid. Voortdurend vragen ze of de Heere hen Zijn wegen bekend
wil
maken. Deze wegen gaan over bergen en door dalen. Het doel is voor
ieder
gelijk. Ze zullen in een weg van lijden geheiligd moeten worden. Daarin
zal de
Heere kastijden die Hij liefheeft. Maar ook zal Hij kracht naar kruis
schenken.
Daar Uw geheiligd volk van Uwe trouw mag zingen. Hun leven is een
kruisweg.
Vaak zal hen de moed ontbreken de weg
te gaan. Maar ziende op Jezus, de Overste Leidsman
en Voleinder van het
geloof, zullen ze de kracht vernieuwen en de weg vervolgen. Wat niets
anders
zal uitwerken dan afgebroken mensen. Die bij tijden toch weer zullen
zingen van
Gods genade en trouw aan hen bewezen. De weg van louteren en heiligen
zal
altijd plaatsvinden in de diepte. Zeker zijn dit niet de momenten van
blijdschap en verheuging. De aanvechtingen en de strijd doen echter des
te meer
roepen om hulp en kracht van de God van hun vertrouwen. En geloven in
de diepte
leert zelfs zingen in de nacht. In
een weg van bestrijding en
aanvechting is niemand op de straat te vinden. Niemand loopt te koop
met
ongeloof en twijfel. Het verootmoedigt. En kan uiteindelijk niet anders
dan
wachten op enige roering van het water. Dat zal niet eerder gebeuren
dan
wanneer de Heere met kracht en majesteit Zich opnieuw vertoont. Ieder
kind van
God kent deze standen in het genadeleven. De angst en de twijfel, dat
het nog
verkeerd af zal lopen. Het is niet anders dan een oefening op de
leerschool van
de Heilige Geest. Wanneer het altijd maar voor de wind ging en wanneer
er
alleen maar stof tot juichen was, er zouden grote en hoogbekeerde
mensen in
zichzelf kunnen groeien. De Heere houdt mensen arm en klein. Hij houdt
ze dicht
bij Zich. Hij weet immers wat van Zijn maaksel is te verwachten. Geen
enkel
goed. Stormwinden en hoge golven geven
doorgaans de meeste vrucht. Alle vleselijke gedachten, woorden en
werken worden
daar gebroken. Hier wordt gesmeekt om hulp en kracht van Boven. Als mij
geen
hulp of uitkomst bleek. Wanneer mijn geest in mij bezweek. En
overstelpt was
door ellend. Hebt Gij o Heere mijn pad gekend. Het is geloofstaal. Maar
het
moet steeds opnieuw op een wonder uitlopen. Geholpen te worden ter
bekwamer
tijd. In de grootste smarten. Blijven onze harten. In de Heere gerust.
Ik zal
nooit vergeten. Hem mijn Helper te heten. Al mijn Hoop en Lust. En als
de nood
het hoogst is, is de redding nabij. Gods kinderen worden in zes benauwdheden uitgeholpen. In de zevende laat Hij ze niet alleen. En toch zal de Heere zorgen dat het nooit een vanzelfsprekendheid wordt. Altijd weer zal Hij Zich doen overhouden een arm en een ellendig volk wat op Zijn Naam vertrouwt. Het alleen van de Heere leert verwachten. Het is een genade om zelf af te blijven van de omstandigheden die zo drukken. Om niet eigen rechter te gaan spelen van allen die zo benauwen. Om niet zelf te wreken wat je wordt aangedaan. Op het Hoofdkantoor hierboven worden alle zaken afgehandeld. Op Gods tijd en wijze zal Hij de verachte stenen van het bouwwerk van Gods Kerk maken tot hoekstenen. Een onbegrijpelijk wonder. |
|