Wat
zelfkennis werkt. Uiteindelijk
wil een mens tegen zijn karakter leren strijden. Probeert hij om te
gaan met
het zwakke wat in hem is. Ziende op al datgene wat de Heere als
zegeningen
schenkt, ziet hij het als grote ondankbaarheid terneergeslagen over de
aarde te
gaan. Hij bestraft zichzelf en neemt zich voor niet meer met die
neerslachtige
natuur naar buiten te treden. Hij leert verstaan wat het is om zijn
kruis
vrolijk te dragen. Dit gaat niet vanzelf. Je moet het leren. Het gaat
met
vallen en opstaan.
Waren
er geen zonden, er waren geen wonden. Zo leer je de schuld te eigenen
van
datgene wat je drukt. Je mag leren roemen in het kruis. En in het komen
onder
het kruis ligt een geduldig dragen van het kruis. Als een lam werd Hij
ter
slachting geleid. En dan is het ook in het zwaarste kruis een
voetstappen
drukken van de Heere Jezus. Jezus ga ons voor, op het levensspoor. Opstand
is niet uit God. Ontevredenheid ook niet. Boosheid evenmin.
En stil berust in Zijn
beleid Gods
kinderen worden in het leven tot geoefende christenen geleid. In deze
zullen
alle dingen medewerken ten goede. Indien de Heere een belofte heeft
geschonken,
ze moeten leren niet te vertwijfelen. De Heere zal met de toezegging
ook zeer
zeker de vervulling schenken. En die geloven, ze haasten niet. Abraham
had ook
een belofte. Hij ging het echter op zijn eigen wijze
invullen……………
Met alle
gevolgen van dien.
Het uitwerken van een belofte geschiedt voor rekening van de Gever van de belofte. Daar moet een geheel mens tussenuit. Op Gods tijd en wijze wordt de belofte vervuld. Doch om zover te komen de weg te rechtvaardigen is voor de ene mens een veel grotere oefening dan voor de andere. Want o, dat karakter……. En stil berust in Zijn beleid. Dan heb je het ‘t gemakkelijkst. Maar welk een leerschool om zover te komen. Daar zijn veel geloofsoefeningen voor nodig. Wat kunnen christenen na ontvangen genade nog dwalen. Het heilspoor bijster zijn. Hoe kunnen ze het anderen moeilijk maken door eigen wegen te gaan. Maar: Gods Liefde overwint. En op Zijn tijd en wijze brengt Hij al Zijn kinderen steeds terug op de plaats waar het niet goed ging. Daar worden de zonden beleden. En daar wordt de vergeving geschonken. De verloren zoon werd door zijn vader geen enkel verwijt gemaakt. Hij sloot hem in zijn armen. En omhelsde hem. Zo staat een christen niet boven een ander. Hij
acht die ander, ondanks alles, uitnemender dan zichzelf. Zoekt altijd
weer met veel geduld te onderwijzen hen die dwalen. Te brengen op het
rechte spoor. Daarbij mogen ze zien op de Heere Jezus. Hij at met
hoeren en tollenaren. Zou een christen wie dan ook in de goot laten
liggen.
Alsdan zal er immers in de hemel blijdschap zijn over een zondaar die zich bekeert. Meer dan over negenennegentig rechtvaardigen die de bekering niet nodig hebben.
|