Verantwoordelijkheid.
Je
bent verantwoordelijk
voor datgene wat je doet. Je zult gestraft worden wanneer je de wet
niet houdt.
Of je nu steelt of moordt, je zult je verdiende loon ontvangen. Het
zijn de
dingen die duidelijk zijn. Die ieder voor zich weet. Al hetgeen je doet
moet je
kunnen verantwoorden. En zo niet, dan zal je de gevolgen daarvan
ondervinden. Het
is niet zo dat dit
bepaalde mensen geldt. Neen, een ieder die zich in zijn of haar gedrag
te
buiten gaat zal dit ondervinden. Zo gaan ook zij die een bijzondere
positie
innemen het ervaren. Ook zij kunnen er van spreken. Wij allen, groot of
klein,
arm of rijk. Intellectueel of zwakbegaafd, wij zullen onze
verantwoordelijkheid
bij al ons doen en laten kennen. Een verantwoordelijkheid die met ons
geweten
gepaard gaat. Als het ware voel je wat wel en wat niet kan. Als het
goed is. Echter,
het verstand van
mensen is van nature zo verduisterd dat we de reikwijdte van onze daden
vaak
niet zien. Er te weinig bij stil staan. De gevolgen onderschatten. Of
helemaal
niet zien. Er vaak niet over nadenken. We doen impulsief dat wat wij
denken dat
onze hand moet doen. Denken daarbij de juiste verantwoordelijkheid te
nemen. En
zo slaan we ondoordacht een weg in die steeds verder van de rechte weg
wijkt.
Nogmaals, zonder dat we het tevoren overzien of beseffen. Beslissingen
werden
of worden genomen. De ene na de andere. En te laat merken wij de
gevolgen op. Moeten
we het toegeven. Of we dit willen of niet. We
zijn verantwoordelijk
voor al onze daden. Dit houdt echter meer in dan het houden van de tien
geboden. We denken dat we het goede doen, de juiste beslissingen nemen.
En wat
anderen zien en al lang hebben opgemerkt, wij wandelen op hetzelfde
doolpad
voort. Uiteindelijk verantwoordelijk voor een situatie die we juist
niet
wilden. Wilden voorkomen. Want met ons doen en laten brachten we hen
die we
niet zagen in het nauw. Waar wij dachten te dienen aan de ene kant
verwondden
we de ander. Wie
kaatst moet de bal
verwachten. Elke actie roept om een reactie. En juist dat willen we
niet.
Luisteren naar kennen we niet. Maar ons oordeel geldt die ander. Dat
staat
onomstotelijk vast. En een ieder die een tegenstem laat horen is bij
voorbaat
diegene die ons tekort doet. Die ons pijn doet. Die ons in het nauw
probeert te
drijven. Zo
is een situatie ontstaan
die overal wordt gezien en ervaren. Geen of nauwelijks besef van
schuld. En dan
bedoel ik nog niet eens de zonde tegen de wet van de Heere. Tegen Zijn
tien
geboden. Of toch wel? Is het grote gebod niet het liefhebben van God
als eerste.
Maar niet minder, doch daaraan gelijk, het je naaste liefhebben als
jezelf. En
wat gij niet wilt dat u geschiedt, zo doe dat ook een ander niet. En
mocht dan toch die ander
jou, naar je denkt, kwetsen of pijn doen, kijk allereerst naar jezelf.
Wat is
het dat die ander bracht tot deze daad. Waarom kwam hij of zij zover om
je
kenbaar te maken hoe over dit of dat wordt gedacht. Moet ik het anders
zeggen,
hoe het wordt gevoeld. Als een mes wat in het vlees heeft gesneden. |
|