Vastlopen Van onszelf zijn we op weg naar een eeuwig verderf. We zien niet wat we doen. We zien niet hoe we leven. We zien niets en zijn stekeblind. Naast ons lopen die vervelende mensen die ons op onze fouten wijzen. Die ons zeggen wat we niet mogen doen. Wat de Heere in Zijn Woord ons verbiedt. We vinden ze lastig. En gaan gewoon door op de weg die we zijn ingeslagen. Soms spreekt het geweten. Dat is iets wat de satan niet wil. Hij zal zorgen dat er wel weer de één of andere influistering komt om het te sussen. We zien de moeilijkheden om op die smalle weg ons te bevinden. We willen niet door anderen bespot worden om een keuze die we maken. We willen rust en vrede. De strijd trekt ons niet. Het
liefst nemen we een vluchtweg. We onttrekken ons aan de
moeilijke weg die ons is voorgehouden bij het gaan op de weg ten leven.
We
willen het zo niet. We bepalen zelf wel hoe we in de hemel willen
komen. Een
vroom woordje? Wat vaker in de Bijbel lezen? We zoeken ons een
zekerheid die we
onszelf voorhouden. Zo zal het wel gaan. Steeds
weer zal blijken dat het gaat op een vastlopen. We
worden als het ware erheen geduwd. Vastlopen. Met jezelf ondersteboven
gaan. De
strijd ertegen wordt heviger. De woorden feller. Alles schreeuwt
vanbinnen: Zo
niet! Zo niet!! We wisten niet zo vindingrijk te zijn. Steeds weer zijn
er
mogelijkheden om de val te ontgaan. Staan blijven is het devies. Dat
met dit alles juist het averechtse wordt bereikt is niet
duidelijk. We zijn er blind voor. Zo blind. En Paulus streed. Als een
opgejaagd
dier zocht hij ze te verscheuren die hem de onrust bezorgden.
Totdat………… Wie
zal de strijd winnen? Wie is sterker dan de mens die
zich zo manifesteert? Het is een wenk van het Alvermogen om dat
briesende paard
stil te zetten. Hem een halt toe te roepen. En tot schuld te dwingen.
Mensen
kunnen mensen niet bekeren. Niet veranderen. Hoe graag ze dat ook
zouden
willen. Gods Geest moet echter eraan te pas komen. En dat is iets wat
van
eeuwigheid is beslist. Ik heb Jacob liefgehad. En Ezau gehaat. Gods
Geest overtuigt van zonde. Van gerechtigheid en
oordeel. Gods Geest opent de blinde ogen. Verbreekt het hardste hart.
Gods
Geest maakt geestelijk dode mensen levend. Zet ze van het doodlopende
pad op de
weg ten leven. Hij verbreekt de weerstand. Maar het gaat als bij Paulus
altijd
in een weg van vastlopen. Van overtuigen en overbuigen. Al of niet in
de weg
van de geleidelijkheid wordt een mens vernieuwd. De omstanders kennen
hem niet
meer terug. Angst kan er zijn om met de persoon in kwestie verder op te
trekken.
Herinneringen uit het verleden kunnen in de weg staan om opnieuw te
beginnen.
Maar de wetenschap dat de Heere boven alles staat geeft geloof om toch
het
leven verder te gaan. Daarbij klinkt de vraag: Heere wat wilt Gij dat
ik doen
zal. Stap
voor stap wordt het nieuwe leven in Christus gegaan.
Het is een weg van afbreken van die oude mens. Van sterven aan alles
wat
voorheen niet werd gezien. Wat in een weg van ontdekking opengaat. Die
kroon
moet worden omgekeerd, omgekeerd en omgekeerd. |