Verstand
met goddelijk licht
bestraald. Het
leven met de Heere geeft
vrucht. Zo zal die mens nooit zijn wat hij zonder de Heere was. Leven
met de
Heere geeft genade van de Heere. En zo zal hij te herkennen zijn door
iedereen
die het wil zien. De psalmist zong: Geef mij verstand met goddelijk
licht
bestraald. Dat was voor hem het beste wat hij zich in kon denken.
Verstand met
goddelijk licht bestraald. Geen loze woorden spreken. Geen zondige
daden
verrichten. Geen eigen inzichten laten gelden. Maar verstand met
goddelijk
licht bestraald. Van daaruit leven tot Gods eer. Op elke plaats waar
hij is
gesteld. Nooit
is een mens op deze
wereld volmaakt en dus uitgeleerd. Altijd weer zal er iets zijn om van
te leren
of om af te leren. En daar staat een geoefend kind van de Heere
blijvend voor
open. Het blijft altijd dezelfde bede: Geef mij verstand met goddelijk
licht
bestraald. Is er in mij een schadelijke weg. Leid mij op de eeuwige. Om
te leren en om af te
leren is het niet het leven met een boekje in een hoekje. Het is het
gaan op de
plaats waar je bent gesteld. Zijnde als wel in de wereld maar niet van
de
wereld. Als een lichtend licht en een zoutend zout. Als een parel in
Gods hand.
Niet omdat men zich daar zelf voor houdt. Niet uit hoogmoed of uit
eigengereidheid.
Maar zo te leven zoals de Heere dat voor een persoonlijk leven vraagt
in een wereld
die neigt naar de ondergang. Dit zullen nooit de gemakkelijkste wegen
zijn. Er
zal voortdurend gebed en stil zijn voor God nodig zijn. Maar
uiteindelijk wijst
de Heere de weg aan elk van Zijn kinderen nooit verkeerd. En schenkt
Hij ook de
kracht en Zijn bijstand om vol te houden. Groot
is de trouw van de
Heere aan al Zijn kinderen. En daarmee heeft Hij altijd Zijn eigen eer
op het
oog. De uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Maar ook het behoud van
zondige
mensen. De Heere heeft mensen niet nodig, maar Hij gebruikt ze wel. En
om die
reden geeft Hij toerusting voor dat waartoe Hij roept. Voor dat waartoe
Hij
gebruiken wil. Hij Die roept is getrouw. Die het ook doen zal. Niemand
van de
Zijnen hoeft bang of benauwd te zijn dat de Heere in de steek zal
laten. Dat
Hij het werk wat Zijn hand is begonnen niet af zal maken Aard
en karakter spelen een
grote rol in het leven van elk mens. Ook in het leven van Gods
kinderen. De één
is banger dan de ander. De één is meer bespraakt
dan de ander. Doch
uiteindelijk komt eruit wat erin zit. En dat is niet minder dan
verstand met
goddelijk licht bestraald. Het zijn de vruchten van de Heilige Geest.
De Heere
leert Zijn kinderen niets voor niets. En wie in die wetenschap doet wat
de
Heere vraagt zal niet bang behoeven te zijn. En uiteindelijk ook niet
bang meer
zijn. Paulus stond uiteindelijk voor de keizer waar hij zich op had
beroepen.
Zelfs voor de groten van deze aarde was hij niet bang. Wanneer de Heere
dit
voor ogen heeft met de bangste van alle mensen, dan zal Hij wegen weten
te
vinden om hen uiteindelijk ook onbevreesd de weg te laten gaan. Waar de
één al
direct op hoge plaatsen is te vinden, een ander zal pas aan het eind
van zijn
leven deze innemen. Het
is niet belangrijk
dokter of doctor te zijn. Verstand met goddelijk licht bestraald is
iets geheel
anders. Het ziet en hoort wat anderen niet zien. Het spreekt of leert
zwijgen
zoals de Heere dat wil. Er komt van alles tegenop. Alles van mensen wat
hoogmoed is en betweterigheid. Doch in het vertrouwen op de Heere zal
niets en
niemand hen overreden. Ze hebben het alles zelf uit Zijne mond gehoord.
|
|