Het
is een wonder. Mensen
kunnen veel. Het is zoals
het Woord het zegt: In het laatst van de dagen zullen de mensen als God
zijn.
Ze doen dingen vanuit hun wetenschappen waarbij we ons vaak afvragen
hoe het
mogelijk is. Gods zegen over de gaven van mensen hebben veel kennis
gegeven. Een
mens kan veel. Heel veel. Het geven van dat wat mensen mogen bezitten
in hun
talenten kan onder Gods zegen verwondering geven. Nogmaals, mensen
kunnen veel.
Mensen kunnen heel veel. Doch
mensen kunnen niet
alles. Hoe graag ze het ook zouden willen, er zijn grenzen aan hun
macht. Er
zijn grenzen aan hun kunnen. En bij alle dingen blijft het risico dat
het niet
goed afloopt. Hoe goed voorbereid. Hoe het van de menselijke kant
gezien niet
fout kan gaan. Nooit en nooit is een mislukken uitgesloten. Er
zijn geen grenzen aan
Jezus’ macht. Alles wat Hij wil kan Hij. Doch alles wat Hij
kan doet Hij niet. Mensen
kunnen in situaties
zich bevinden waar ze zich beroepen op de wetenschap. De wetenschap is
zo
ontwikkeld. Het kan immers bijna niet fout gaan. En heel vaak gaat het
ook
goed. In het gebed beroepen mensen in nood zich op Gods almacht.
Wanneer ze er
nog van overtuigd zijn dat het alles niet gaat zonder de zegen van de
Heere. Waar ze Hem
aanroepen en smeken om Zijn hulp
en kracht en uitkomst. En die Hem aanroept in de nood, vindt Zijn gunst
oneindig groot. Het
is echter niet
vanzelfsprekend dat de Heere een wonder verricht zoals wij dat graag
zouden
willen. Wanneer het wonder wat wij ons wensen niet past in het plan van
God,
het zal niet geschieden. Of, anders, het zal nog niet geschieden. De
Heere
heeft immers zo Zijn bedoeling met een weg die Hij mensen laat gaan.
Hoe velen
hebben gebeden om genezing en het niet gevonden. Hoe velen hebben hun
geloof
beproefd gezien in een geheel andere weg die gegaan moest worden dan ze
wensten. Niets,
maar dan ook niets is
de Heere aan mensen verplicht. Dat is de eerste genade die mensen
ontvangen die
inzien wie ze zelf zijn. Dat is de eerste vrucht wanneer mensen de
schuld en de
oorzaak van het leed wat hen is overkomen bij zichzelf zoeken. Niet
alleen zoeken,
maar ook vinden. De schuld
van het
verdriet en de pijn die bij hen zelf is te vinden. Die ze zichzelf
hebben
aangedaan. Dan wordt niet meer gevraagd om een wonder van genezing in
de eerste
plaats. Dan is het enkel en alleen een erkennen van de schuld en het
berouw wat
hierbij hoort. De
Heere ziet een schuldige
in zichzelf aan in de Heere Jezus. Er mag vergeving worden geschonken.
Doch het
recht op een wonder is er niet. Het zou immers rechtvaardig zijn
wanneer de Heere
hen weg doet van de aarde. Zo denken ze er over. In
die weg alleen is er
plaats voor een wonder. Een wonder wat niet gezien wordt in het licht
van de
wetenschap alleen. Maar een wonder wat de Heere heeft willen werken in
een
mogelijke uitkomst die men onwaardig is er niet heeft verdiend. Het
zijn geen
overleggingen van het hart die men op de straten bespreekt wanneer men
in een
weg van schuld zich voor de Heere neerbuigt. Zich verenigd met Zijn
wil. Doch
de vreugde en de verwondering die de Heere werkt in een onverdiende
genade is
zo groot dat men het bijna niet kan geloven. Dat de Heere zo groot en
zo goed
is om aan een mens die het zo heeft verzondigd zo grote genade te
schenken. Het
wonder wordt gezien in het licht van zichzelf. In het licht van het
eigen ik.
Dan hoeft het wonder niet een wonder te zijn vanuit de wetenschap van
deze
tijd. Alhoewel de Heere het zeker kan en wil gebruiken. Doch elke beker
water
en elk stuk brood is een blijk van Gods genade en Gods trouw en Gods
liefde
voor een mens die zichzelf in een weg van schuld als een groot beest
voor de
Heere heeft leren zien. |
|