Een
eeuwig wonder In
het Paradijs is het
helemaal mis gegaan. Adam en Eva wilden als God zijn. En zo zijn ze uit
God
gevallen. Ze raakten Zijn Beeld volkomen kwijt. Ze moesten sterven. Als
straf
op de zonde. En met hen de gehele mensheid die uit hen geboren zou
worden. De zonde
van de hoogmoed had hen het oordeel bezorgd. Ze konden niet zeggen dat
ze het
niet wisten. Ze waren gewaarschuwd. Ze zouden als straf op de
ongehoorzaamheid
moeten sterven. Zij en al hun nakomelingen. Het gebod was duidelijk
geweest.
Doe dat, en gij zult leven. Maar in ongehoorzaamheid hadden zij de
eeuwige
nacht over zich heen gehaald. Zo is het begonnen. Ja, dat was het
begin. En
tevens ook het einde als God niet een ander verbond had ingesteld. De
belofte
dat ze nog weer tot God terug konden keren. Hij beloofde Zijn Zoon. De
Heere
Jezus Christus. Hij zou eenmaal komen. En het geloof in Hem alleen zou
de
redding van de mensen zijn. Ze zouden genade bij God krijgen. Het was
het
genadeverbond. Eeuwen
lang werd gewacht.
Maar in de volheid van de tijd kwam Gods Zoon op de aarde. Hij stierf
aan het
kruis. Zonder enige zonde gedaan te hebben ging Hij in de plaats van
mensen die
zonder God niet konden leven en sterven. Hij stierf voor hun zonden. De
Heilige Geest is de
Werkmeester van de zaligheid. Hij is het Die mensen die van nature naar
God
niet vragen onrustig maken. Hij brengt hen aan de voet van het kruis.
En Hij
geeft het geloof in de Heere Jezus
Christus.
Dat is eerst een historisch geloof. Misschien een wondergeloof. Of een
tijdgeloof. Doch het moet verder. Want de Tweede Persoon in het
Goddelijk Wezen
moet voor mij niet een Zaligmaker zijn. Maar Hij moet MIJN Zaligmaker
worden.
Dat is iets wat je ziende op jezelf niet kan geloven. Maar in de weg
van een
eeuwig wonder is er het wonder van levend worden. Van zichzelf dode
mensen
worden in de weg van wedergeboorte levend. En terstond verkondigen ze
Christus.
Dat laten ze zien in hun woorden en in hun daden. Het wonder is niet in
een
hoek geschied. Het is een wonder dat je niet en nooit kan bevatten. Het
is
duidelijk. Er was een eertijds. Een vroeger in het leven. Je leefde
zonder God
en zonder Christus. Je was doof en blind. Maar het wonder van het werk
van de Heilige
Geest zette een punt en er kwam een nieuw begin. Voortaan zou er maar
één verlangen
zijn. God lief hebben boven alles. En je naaste als jezelf. Een haten
van de
zonde. Een nauwgezet leven. Waarin God de hoogste, ja de enigste plaats
heeft.
Het zal een leven van gebed worden. Een zoeken naar Zijn weg. Een
vragen naar
Zijn wil. Een bang zijn te zondigen, hem niet tot eer te leven en de
toorn van
God zo over je te halen. Nee,
het begint niet met
Jezus. Zeker, het wordt overal gehoord. Maar de Heere Jezus is een
verborgen
Persoon. De Heilige Geest alleen zal de weg van zalig worden leiden. In
de weg
van inkeer, afkeer en terugkeer. Naar God. We zijn niet uit Jezus
gevallen. We
zijn uit God gevallen. En dat moet eerst ingeleefd worden. In een weg
van
ontdekkend licht. Van onderwijs. Helder en duidelijk. Nogmaals,
een mens van
nature vraagt naar God niet. Alleen het werk van Gods Heilige Geest zal
hem
stilzetten. Met afschuw leren zien op zijn zondige leven. In een weg
van
zelfkennis zal Christus nodig worden. En wie zo tot Hem komt zal Hij
niet
uitwerpen. |
|