Vissen die vandaag gevangen zijn. | |
Geestelijk leven is een
voortdurende groei in
genade. De Heere vraagt steeds weer naar de vissen die we heden
gevangen
hebben. Oude en verrotte vis stinkt. Mensen die steeds opnieuw komen
met
hetzelfde verhaal, ze zijn niet geloofwaardig. Ze hebben niet geleerd
wat het
wil zeggen dat de pijl steeds weer verder ligt. Dat er veel meer is te
verkrijgen. Het
is genade wanneer dit mag worden geoefend. En
nog groter genade anderen mee te mogen nemen op deze weg. Om onderwijs
te geven
in de leer die is naar de godzaligheid. De lessen die onder andere de
volgende
inhoud kunnen bevatten.
De pijl ligt altijd weer verder.
Er komt meer kennis van jezelf.
Er is meerder genade uit Christus.
Het geloof wordt versterkt.
De kracht vernieuwd.
De Heere zal u geven van de gewisse
weldadigheden van David.
Zodat u steeds aan Zijn tafel mag eten.
En dan
uiteindelijk genoemd worden met een nieuwe naam: Israël. Gods kinderen zijn in een
voortdurend proces, geleid
door de Heilige Geest, het toonbeeld van de liefde van God. Zoals Hij
omziet
naar van nature verloren zondaren. In een weg van roeping,
wedergeboorte, bekering,
rechtvaardiging en heiliging worden ze deelgenoten van het heil in en
uit
Christus. Zodat ze leren uitroepen: ik was blind en nu mag ik zien. En
dat is
dan een zekerheid. De
godsdienst is het beeld van de farizeeërs en
schriftgeleerden. Het heeft dan ook
helemaal niets te maken met het ware geestelijke
leven. Waarin de liefde
centraal staat. Het wandelen met de Heere, de persoonlijke band met God
is hen
totaal onbekend. Het dagelijks begenadigd worden als het volk van
Israël als
weleer verstaan ze niet. Daarentegen worden zij die vanuit de liefde
handelen
en wandelen snerend evangelisch genoemd. De godsdienst in onze dagen
doet meer
kwaad dan goed. Veroordelend iedereen naar uiterlijke dingen. Doch de
Heere
ziet het hart aan. De godsdienst heeft de mond vol over anderen. Die ze
helemaal niet kennen Het
is bijbels dat in een stad of dorp slechts een
enkeling gevonden wordt die heeft geleerd tobbend en bedelend over de
aarde te
gaan. Onbegrepen en eenzaam is de weg. En toch kan met Jakob gezegd
worden:
Ezau heeft veel, doch ik heb alles. Geoefend in het geloof en gelouterd
in de
golven wordt geleerd wat het wil zeggen de weg achter Christus te gaan.
De weg
in de vernedering. Zijn beeld gelijkvormig te worden. Niet te schelden.
Zich
niet te wreken. Te dragen en niet te klagen. Enkel stellend het oogmerk
in de
dag. En dat is dan in het licht. Gods
kinderen moeten een leven lang leren en
afleren. Iedere dag opnieuw is het goed zichzelf af te vragen welke de
plaats
is waarop men is gesteld. Is er vrede in het hart.
Is dit niet het geval, dan is er sprake van strijd.
Het kan zijn
dat de oude mens het niet eens is met de weg die wordt gewezen. Het kan
ook
zijn dat de Heere iets heeft te zeggen. Zaak is altijd om steeds
opnieuw in de
liefdevolle gemeenschap met de Heere te verkeren. Hierin vraagt de
Heere niet
weinig, niet veel, maar alles. Ons gehele leven. Doch
dan zal ook de goedkeuring van de Heere ervaren
worden. Zijn gunst die meer voedt dan de uitgezochtste spijze.
Het is mij goed, mijn zaligst lot, nabij te wezen
bij mijn God.
|