Vol
goede moed. Dan
heb je zo’n uitspraak: Er
komt een geheel andere gang in het leven. Doch
in ‘behoudende’ kringen wil men er in de praktijk
niet van weten. Men moet
blijven tobben of er nu wel of niet een goed werk van de Heere in het
leven
plaatsvindt. Maar
de rechtvaardige
leeft uit
het geloof.
Hij staat in de vrijheid. En moet niet weer bevangen worden met het juk
der
dienstbaarheid. Doch
ook daar komt men schijnbaar niet aan toe.
Aan
de ene kant worden er mensen geroepen te bidden. Vurig te vragen om een
opleving. Zij zien de
nood van de tijden. Terwijl het voor hen verborgen is
hoe de Heere dat nog zou kunnen werken. Maar aan de andere kant werkt
de Heere
ook verder
in harten als bij de profeten. Waar er het verlangen en de vraag is nog
weer
een middel te mogen zijn om de kerk tot bloei te brengen.
De Heere wil in Zijn liefde nog weer zulke mensen schenken. Hij roept. Hij verkiest. Dit vraagt zeer zeker eerst een tijd van bezinning. Van mediteren en overdenken. Wat is er toch mis met de kerk. Hoe komt het nu dat erin sommige kerken zo weinig sprake is van geestelijk leven. Godsdienst is er nog wel, maar het komt niet verder. Weet men eigenlijk nog wel wat het wil zeggen dat een mens het Koninkrijk van God niet zal zien zonder wedergeboorte. Dan kom ik bij het onderwijs. Er
zijn veel predikanten. Die zondag aan zondag de gemeente voorgaan. Zij
mogen de mensen
leiden tot de Heere
Jezus. In een weg van wet en evangelie. Maar dat is
wel iets meer dan wat dode rechtzinnigheid. Van wat
wettische
werkheiligheid. Van wat dode dogmatiek. Preken die veel te moeilijk
zijn
geworden. Dan
komt de volgende vraag.
Hoe
is nu het bevindelijk geestelijk leven van de predikanten. Zeker, ze
zijn
geroepen, ik twijfel er niet aan. Ze hebben mogelijk een belofte. Maar
hoe moet
het nu verder. Kunnen zij spreken van een ‘verder
geleid’ worden. Nee, het is niet iets om je
voor te
schamen wanneer je nu meer weet dan vorig jaar. Integendeel. We mogen
opwassen
in de genade en kennis van de Heere Jezus. Het heeft ook niets met
hoogmoed te
maken. Of van de zogenaamde vervloekte gist in de schoenen. Een heel
klein
beetje rijzen is daarentegen noodzakelijk. Anders was er immers geen
groei. En
iedere groei geeft de zogenaamde andere gang in het leven. Wat je
voorheen niet
wist, daar mag je nu je winst mee doen. Weten
de predikanten wat het is om dagelijks te worden begenadigd. Weten ze
uit de
schat van hun hart oude, maar ook nieuwe dingen te verkondigen. Ze zijn
gesteld
voor de spiegel van Gods heilige wet. Zeker, ik kan het horen. Maar
zijn ze nu
onder de wet of zijn ze nu
onder de genade. Dit laatste wil eenvoudig zeggen dat ze de Heilige
Geest hebben. Die stuwende kracht. En dan zullen
ze tweelingen
voortbrengen.
Wanneer
dat laatste niet of sporadisch gebeurt, er is iets grondig mis. Een
blinde kan
de blinde niet leiden. Ze vallen samen in de gracht. Wanneer een
predikant
enkele jaren in een gemeente staat. En er gebeurt
niets……vreselijk……. De
Heere heeft predikanten gezonden. Om het middel te zijn een nieuwe adem
in een
gemeente te blazen. De Heere heeft Zich niet vergist. Wat een
verantwoordelijke
taak om bekwaam geacht te zijn in een
gemeente
gesteld te worden.
Daar
staan de predikanten in de hun van God geschonken gemeente. Als een
gezant van
Christus? Of laten ook zij zich, misschien gedeeltelijk, meeslepen door
de
dwaling die er in een eigenwillige godsdienst is. 1.
Er zouden in het algemeen geen mensen meer tot
‘bekering’ komen.
2.
De Heere laat sporadisch iets van Zich horen of zien 3.
Men moet met de neus op de schoenen lopen. 4.
Blijdschap van het geloof is uit God niet. 5.
Zekerheid van het geloof is een verdorven wortel 6.
Bij vruchten van de Heilige Geest moeten we bij ootmoed blijven steken. 7.
Opwas in genade is hoogmoed. 8.
Kleine plantjes tellen niet mee. Die moeten liever uitgerukt. 9.
Wie zijn mond opendoet is een rotte appel 10.Spreken
over genade is evangelisch. Het
lijkt alsof men eerst de heiligmaking achter de rug moet hebben voor
men mag
spreken van rechtvaardigmaking. Wat dit laatste inhoudt wordt ook niet
verstaan. Maar het is een ogenblik in Zijn toorn en een leven in Zijn
goedgunstigheid. Kortom: Allen die spreken over persoonlijke
genade worden
verdacht gesteld. Men hoort dan zogenaamd niet over schuld. Het
wonder is dat er mensen uit deze gedachtewereld worden getrokken.
Nieuwsgierig
gemaakt worden. Heilbegerig staan naar genade voor genade. En dan
uiteindelijk
tot de conclusie komen dat er in de kerk hier en daar een heleboel mis
is. In
veel kringen waar men het woord ‘reformatie’ gebruikt. Maar er verder
helemaal niets van
verstaat.
Want
uit genade zijt
gij zalig geworden. Door het geloof.
Niet door de werken.
Het is Gods gave.
Nee,
maar juist dan is het geloof in beoefening. Geloven is geen voelen. En
die
weinig geloof heeft, die neemt
aan. En dat is puur bijbels. Nee,
mensen die zo staan voor de Waarheid zijn niet bang. Ze gaan niets en
niemand
uit de weg. En al krijgen ze het gehele
‘kerkelijke’ leven
tegen………… |
|