Volhouden
Gods kinderen zijn in Christus.
Hun schuld is vergeven. Voorzichtig zetten ze de eerste stappen op de
weg van
het leven. Het Woord waarschuwt hen. Heel gemakkelijk wordt weer een
verkeerde
weg ingeslagen. Het is de bedoeling voortaan tegen de zonde te
strijden. Een
verlicht verstand, zijnde uit de geest van de Heere Jezus, zorgt ervoor
dat
gezien wordt wat buiten Hem is en dus niet voor God kan bestaan. In die
weg
leert dat volk hoe onvolkomen alles blijft na de eerste ontvangen
genade. Maar
ook hoe gebrekkig op de verdere weg.
Op de
leerschool van Gods Heilige
Geest wordt dagelijks een blik naar binnen geslagen. Voortaan zijn niet
meer
die anderen het onderwerp van gesprek. Genade leert die ander
uitnemender te
achten. Het ziet in het vervolg alles wat er aan het eigen leven
mankeert. Hier
te snel met de mond geweest. Daar gezwegen waar gesproken had moeten
worden.
Verkeerde conclusies getrokken. Ongeduldig gereageerd. De verkeerde
toon
getroffen. En zonder heiligmaking is er geen zaligheid.
Het leven
der genade is een
dagelijks terugkerende weg van ellende, verlossing en dankbaarheid. Ook
al is
dit voor de bewustwording niet altijd even helder. Het leert echter bidden: schraag op dat
spoor mijn wankelende
gangen. Als pasgeboren kinderen hebben ze aan het begin van de weg van
het
nieuwe leven behoefte aan eenvoudig onderwijs. Eenvoudige oefeningen.
Doch in
het vervolg worden de lessen moeilijker. En alles zo nuttig en
noodzakelijk om
te groeien in de genade van de Heere Jezus Christus. Om meer en meer
Zijn beeld
te vertonen. Meer kennis van Hem, meer gerechtigheid en heiligheid.
Nee, Gods
kinderen rusten niet op
het geloof in de vergeving van hun schuld. Zij weten dat zij nog door
dit leven
moeten. Hun tijd uitdienen. Om in een weg van volgen en gehoorzamen
achter hun
Meester aan te gaan. Daar komen periodes van rust. Maar ook zijn daar
de
grotere en kleinere opdrachten in het leven. In het dienen van hun God
mogen ze
steeds weer groeien in genade. Wordt het beeld van Christus meer en
meer gevraagd.
De weg van
Gods kinderen is geen
hemel op aarde. Het is de weg van verachting en spot. De Heere zegt: Ze
hebben
Mij veracht, ze zullen het u ook doen. Maar in die weg zullen ze ook
moeten
leren dat Hij niet terugschold als men Hem schold. Als Hij leed, Hij
dreigde
niet. Hij legde alles over in de handen van Zijn Vader. De psalmen
leren dat
het de bede is: Twist Gij mijn twistzaak. Doch daarbij: Die voor de
overtreders
gebeden heeft. Zorgen en verdriet neerleggen bij de Heere. En er dan
verder met
eigen handen afblijven. Dat is de weg van wachten. Maar ook van
verwachten. Zo
Hij vertoeft, verbeidt Hem. Hij zal zeker komen en niet achterblijven.
Verwachten.
Advent. Uitzien.
Terwijl de spotters durven vragen waar God is, Die gij verwacht. Toch
blijven
hopen en vragen. Steeds meer wordt begrepen wat nu eigenlijk
geloofsoefeningen
zijn. In het licht en in voorspoed is het niet zo moeilijk te geloven.
Maar nu
in de tijden waarin het lijkt of alles tegenzit. In het Woord staat het
duidelijk: maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude. De
wetenschap
dat er een biddende Hogepriester in de hemel is.
Donkere
dagen voor Kerst. In het
veld zitten de herders. Wijzen uit het oosten zien de ster. En door de
Geest
geleid wordt dan straks in de volheid van de tijd het Licht van de
wereld
geboren. Door de wereld niet verwacht. Door de godsdienst niet geacht.
Maar in
een weg van lijden en sterven het nieuwe leven toch gebracht. Waar aan
een
uitverkoren volk de zaligheid in
de
eeuwigheid is toegedacht.
|