Leven
van genade. Wij
mensen hebben niets verdiend. Het erge is dat we dat wel denken. In
eigen oog
zijn we rechthebbers. En is de Heere het verplicht naar ons om te
kijken. Ja we
verwachten dat gewoon van Hem. We stippelen onze weg uit. Zijn er als
het ware
van overtuigd dat het dan wel op de één of andere manier zal gaan. Wanneer
dit niet het geval lijkt te zijn, dan zijn we boos of teleurgesteld, zo
de
Heere het niet verhoedt. Want waar is nu God op Wie wij ons vertrouwen
hadden
gesteld. Heeft Hij ons verlaten? Kijkt Hij niet meer naar ons om? Veel
vragen rijzen
op in ons hart. En op onze vragen schijnt geen antwoord te zijn of te
komen. Zo
komen we in een donkerheid die we zelf op ons halen. Tot
de Heere onze blinde ogen door Zijn Woord en Geest wil openen. Voor het
eerst
of opnieuw. In een afsnijdende weg. Zo krijgen we antwoord op de vragen
die we
hebben. Antwoord van de Heere. Wij zijn rechteloze mensen van huis uit,
wij hebben
niets verdiend. Wij zijn het niet waard dat de Heere naar ons omkijkt.
Ook na
ontvangen genade is de Heere aan ons niets verplicht. Genade is vrij.
Genade
valt vrij. Genade blijft vrij. En alles wat je van de Heere krijgt is
genade.
Hij deelt het uit. Hij geeft het die Hij wil. En Hij onthoudt het een
ander. Zo
blijft het een leven van leven van genade. Van vrije gunst die Hem
eeuwig
bewoog. De geschonken genade is elke keer weer een wonder. Dat de Heere
nu om
wil zien naar een dode hond als ik ben. Dan gaan we recht verstaan wat
genade
is. Genade is iets wat we niet verdiend hebben. Maar wat we gratis en
voor
niets krijgen. Het
is genade om te leren wandelen in de wegen van de Heere. Niet voor Hem
oplopen.
Maar achter Hem aan. De kruisweg. Met een doorn uit Zijn kroon. Als lid
van de
strijdende kerk. Om elke dag weer te leren dat het zonder Hem omkomen
is en de
verkeerde kant opgaat. Wij zijn van nature doof en blind. En kunnen het
voor
onszelf niet bekijken. Maar door genade zien
we op wat we van Hem ontvangen. Genade
voor genade. Iedere keer weer. Het tellen van de zegeningen die
ontvangen zijn
moet geleerd worden. Erkennen en belijden dat Hij het goed doet. Altijd
weer. Wachten
op iets wat niet komt is je het zelf moeilijk maken. Weten en erkennen
dat je
het niet waard bent dat de Heere naar je omkijkt geeft rust. En vrede.
Opmerken
wat de Heere geeft maakt rijk. En Hij geeft altijd meer dan je vroeg of
vraagt.
Zeker is het anders. En niet wat je bedoelde. Maar eerlijk makende
genade doet
het zien en erkennen. Hoe groot zijt Gij. De Heere weet beter dan wij
wat we
nodig hebben. Hij schenkt keer op keer uit genade Zijn genade. Niet om
ons maar
om Zijn heilige Naam. Hij geeft zodat wij Hem gaan zien zo Hij is. Hij
is veel
wijzer dan wij. Alwetend. En bovenal gaan we Hem zien als de
Vredevorst.
Wanneer we Hem leren kennen gaan we zien dat Hij vrede geeft. Ja vrede
is. Een
vrede die alle verstand te boven gaat. Zelfs in de moeilijkste
omstandigheden. Veroorzaken
wij ruzie, de Heere wijkt. Bevinden wij ons in een gezelschap van ruzie
we
missen de tere en liefdevolle gemeenschap met de Heere. De
Heere is zo duidelijk. En Zijn Woorden zijn zo rijk. Zoekt eerst het
Koninkrijk
van God. En alle dingen zullen u toegeworpen worden. Onderwijzende
genade. In
omstandigheden dat het zien op Hem zo moeilijk lijkt. Wachten tot Hij
spreekt.
En zo Hij vertoeft, verbeidt Hem. Hij zal komen en niet achterblijven.
Vreest
niet, geloof alleen. Gods
kinderen komen op de leerschool van Gods Heilige Geest. En leren is
altijd
afleren. Hij moet wassen en ik minder worden. Zonder
die weg van heiligmaking is er geen zaligheid. Zolang we het zelf
allemaal nog
weten en regelen zijn we op die leerschool niet welkom. Of moeten we
wel hele
zware lessen leren. Ons leven uit hand geven. Het leggen in Zijn
doorboorde
Middelaarhanden. Wetend dat Hij geen kalme reis heeft beloofd. Doch
eenmaal een
behouden Aankomst. Het is en blijft een weg van volhouden. In eigen
kracht zal
het niet kunnen. Doch steeds meer en altijd weer is het een erkennen
dat de
Heere groot is en goed. Dat Hij het Zijn beminden als in de slaap
geeft. Hoe
groot is het goed dat de Heere heeft weggelegd voor die Hem vrezen. |
|