Weeszondag.
De
zondag tussen
Hemelvaartsdag en Pinksteren is de zogenaamde weeszondag. Het is heel
opmerkelijk dat juist dan veel predikanten hun gemeente in de steek
laten. Ze
vinden het een goede zaak om elders
het
Woord te verkondigen. Want ze hebben het naar hun beleving te druk met
het
voorbereiden van de preken voor de komende Pinksterdagen. Even eruit
doet het
goed. En het is natuurlijk heel gemakkelijk om dan maar een oud preekje
mee te
nemen. Zo is het niet zelden dat er een gemeente op de weeszondag een
gastpredikant krijgt met een eerder gehouden Hemelvaartspreek. Een
preek die de
desbetreffende dominee op donderdag ervoor in
zijn eigen gemeente heeft gehouden wordt
nog eens elders in het land herhaald. Gemakkelijk voor de dominee die
deze keer
niets heeft voor te bereiden. Wat
een teleurstelling voor
hen die zo uitzien naar de Trooster. Die in de moeilijke omstandigheden
van het
leven niet weten waar ze het moeten zoeken. Zo uitzien naar een
bemoediging of
een woord van troost. Een belofte voor mensen die alles missen en
nergens meer
bij kunnen is in het gesproken woord niet te vinden. Kortom, het valt
zo tegen. Weeszondag
is met uitstek zo
geschikt om toehoorders te wijzen op de belofte van de Heere. Gesproken
bij
Zijn heengaan naar de hemel. Toen Hij de weg terug naar Zijn Vader
maakte.
Waarbij Hij zo bijzonder hen bemoedigde. Hen beloofde dat Hij
persoonlijk terug
zou komen. Waar Hij hen aanspoorde te bidden. Uit te zien naar de
vervulling
van deze belofte. En, heel bijzonder, er kwam een gemeente die deed wat
hen was
gezegd. Volhoudend in het gebed wachtten ze de vervulling van de
belofte af. Ze
smeekten en hielden aan. Net zolang tot tien dagen na de Hemelvaart de
bijzondere uitstorting van de Heilige Geest plaatsvond. Toen was het
Pinksterfeest. Dat
gebeuren mag tot troost
zijn en blijven voor allen die de verschijning van de Heere Jezus zo
lief
hebben gekregen. Allen die niet kunnen leven zonder Zijn nabijheid in
het
dagelijks leven. Hoe moeilijk het ook is in het leven. Hoe zwaar de weg
ook kan
zijn, Er is altijd weer de troost en daarin het zeker weten dat ze er
niet
alleen voorstaan. De Heere laat hen niet alleen. Ook al is het voor de
beleving
mogelijk een tijdlang zo. Ook al moeten ze het vaak stellen zonder die
gevoelige nabijheid. Hij zal terugkomen. Op Zijn tijd en wijze zal Hij
Zich
laten zien. Wat ook wordt gemist. Waar ze het ook zonder moeten
stellen. Hoe
eenzaam de weg is. Hoe zwaar bij tijden. De Heere laat de Zijnen niet
omkomen. Woorden
van troost zijn zo
nodig. Woorden van bemoediging. Daarvoor kom je toch naar de kerk?
Daarvoor is
het toch weeszondag? Maar beseft een predikant dit die met een oude
preek op de
kansel komt? Een predikant die alleen ziet op zijn eigen vrije zondag? Weeszondag.
De zondag tussen
Hemelvaart en Pinksteren. De zondag die bij uitstek spreekt tot mensen
die
alleen zijn. Zich alleen voelen. Niet weten hoe de weg verder zal gaan.
Daar is
de predikant die wel komt met de woorden die de Heere bij Zijn afscheid
sprak
zich van bewust. Ik zal u geen wezen laten. Ik kom weer tot u. |
|