Die volhardt, die wint. De
HEERE heeft in de eeuwigheid Zijn plan met deze
wereld gemaakt. In dat plan hebben mensen een grote plaats. Ieder wordt
op de
daartoe bestemde tijd geboren. Overal zien mensen het levenslicht. Het
is een
groot wonder wanneer zij mogen leven op het erf van de genade. Waar
onderwijs
door Woord en Geest wordt ontvangen in de leer die is naar de
Godzaligheid. Dat
is waar het geloof in Christus wordt beoogd. Van
nature wordt niet geluisterd naar datgene wat de
Heere van ons vraagt: Mijn zoon, Mijn dochter, geeft Mij je hart. Het
is een
Godswonder wanneer de Heilige Geest de liefde tot de dienst van de
Heere in het
hart legt. Zalig worden is dan ook altijd een werk wat uit God is. Een
eenzijdig Godswerk. Hij is de Eerste en in het verdere wordt geleerd
dat Hij
ook de Laatste is. In
een ogenblik wordt een mens aangeraakt door het
werk van de Heilige Geest. Het kan zijn dat een gelezen woord uit de
Bijbel
zijn kracht doet. Maar ook wil de Heere mensen gebruiken in Zijn
bekerend en
zaligmakend werk. Gesproken woorden, een gehouden preek. Altijd is het
zaak dat
persoonlijk onderwijs wordt ervaren. Zoals Paulus een Ananias kreeg
toegewezen.
Zoals Ruth aan de voeten van Naomi zat. Wanneer
de Heilige Geest een mens aanraakt, het
leven met God is eigenlijk al begonnen. De liefde die in het hart is
gelegd
doet voortdurend zoeken en vragen naar de zekerheid van het geloof.
Deze
zoektocht zal blijven voortduren tot de laatste adem wordt uitgeblazen.
Het
steeds weerkerende gebed is de bede uit psalm vijfentwintig. Heere,
maak mij Uw
wegen door Woord en Geest bekend. Het
antwoord op deze vraag is een gelovig op het pad
gaan wat de Heere wijst. Wanneer de Heere in het leven de grootste
plaats in
gaat nemen, de stem van Hem leert men verstaan. Deze is niet altijd
even
duidelijk te horen. De Heere laat in deze een mens soms heel lang
worstelen.
Een mens met genade wandelt niet eerder dan dat hij zeker weet wat de
wil en de
weg is van de Heere. Het
kan zijn dat er in het Woord zoveel kracht ligt,
dat een nieuwe weg plotseling wordt ervaren. Het kan in deze zeer goed
zijn dat
het indruist tegen het vlees. Een mens is van zichzelf zo gewillig niet
te
luisteren. Mozes had geen zin het volk uit Egypte te verlossen. Jona
wilde niet
naar Ninevé. Zo kan er veel in het leven gebeuren eer een
mens luistert naar
datgene wat de Heere wil. Een
mens met genade leert zich dan ook kennen als
iemand die steeds weer van de Heere afgaat. In gedachten, in woorden en
in
werken wordt zo gemakkelijk gezondigd. Met alle gevolgen van dien. In
het begin
van een bekering wordt zo vaak gedacht nooit meer van de Heere af te
wijken.
Doch in het verdere wordt ervaren, dat wanneer men het goede wil doen,
het
kwade is nabij. Het
gehele leven op de leerschool van de genade
blijft daarom ook een voortdurende oefening in alles wat te maken heeft
met het
eigen boze hart. Maar ook met de genade die in Christus is te vinden.
En in het
wonder dat de Heere met Zijn Heilige Geest steeds
weer mensen op hun plek brengt. Er wordt geleerd dat
een mens
niet zo gemakkelijk met God wandelt. Dat Hij steeds opnieuw ziet hoe
snel hij
afhoereert. Deze
ontdekking van zichzelf leidt tot ootmoed. Tot
het zien van het wonder dat de Heere het nu nooit moe wordt Zijn
kinderen
achterna te lopen. Wat is het dat Gij omziet naar een dode hond als ik
ben. De
ontdekking van zichzelf doet keer op keer weer vluchten naar de Heere.
Om dan
weer opnieuw van en door Hem onderwezen te worden. De Heere is zo
getrouw en zo
sterk. Hij zal Zijn werk afmaken. Maar voor de beleving wordt het
wonder om
zalig te worden en behouden aan te komen steeds groter. In
het hart wordt een keuze gelegd. Tot mensen komt
de oproep deze keuze te maken. De Heere zegt echter : Ik heb u op de
fluit
gespeeld. Gij hebt niet gedanst.. Het is een wonder wanneer een mens op
weg
wordt gebracht de Heere te zoeken. En het is een nog groter wonder
wanneer een
mens volharden mag tot het einde toe. De loopbaan is een weg door
hoogtes en
door dieptes. De ene keer is er het licht en de andere keer is het weer
donker.
Het is de wijsheid van God dat het geen geplaveide wegen zijn waarlangs
Hij
Zijn kinderen laat gaan. Zo worden Gods kinderen geoefend op de weg.
Wandelen
met God en leven met God houdt steeds het maken van
nieuwe keuzes in het leven in. Hoe meer genade, hoe
zwaarder de
weg wordt. En met alles heeft de Heere Zijn doel. Hij roept en bekwaamt
niemand
voor niets in het leven. Het is opdat ze vruchten voort zullen brengen
tot
geloof en bekering van anderen. Dat ze in Gods Koninkrijk in een leven
van
liefde tot God en van dankbaarheid jegens Hem hun leven
Godzalig zullen leven. Leven met God is gemakkelijk gezegd. In de praktijk blijkt echter dat het een voortdurende leerschool is en ook zal blijven. Doch die volhardt tot het einde, die zal zeker zalig worden. |
|