Zijn
Naam is Wonderlijk.
Laat ik beginnen met Zijn Namen. Zijn Naam is Wonderlijk. Op het alleronverwachts verschijnt Hij blinkende. Dan herkennen Gods kinderen Hem in die Naam. Wonderlijk dat juist dat gebeurt. Wonderlijk dat we juist die tegenkomen. Wonderlijk dat die of die belt. Wonderlijk dat …….en noem maar op. Zijn Naam is Wonderlijk. En in die Naam kunnen we ons afvragen waarom Hij verschijnt. Wat wil Hij ons leren. Wat vraagt Hij ons daar. Zijn Naam is
Wonderlijk. Als zodanig openbaart de Heere Zich
op momenten dat we Hem zo hard nodig hebben. Wonderlijk. Wonderlijke
uitreddingen. Wonderlijke bemoedigingen. Wonderlijke vertroostingen.
Wonderlijke overdenkingen. En dat alles door Hem Die Wonderlijk heet.
Die Wonderlijk
werkt. En Die Wonderlijk helpt. Alleen, de nood gaat wel vooraf aan de
uitredding. En zalig hij die in dit leven de God van Jacob tot Zijn
hulp heeft.
Die kan rekenen op Zijn Wonderlijke Kracht en Macht.
En
zo Hij vertoeft, verbeidt Hem. Hij zal gewisselijk komen
en niet achterblijven. Houdt aan, grijpt moed. Maar vraag om een
opmerkzaam
hart. Want soms is de Heere er al terwijl we Hem niet zien. Soms was
Hij er al
en we merkten Hem niet op. Of we kunnen het er niet voor houden. De
onzekerheid
en de twijfel maken het vaak moeilijker dan het is. Een mens lijdt ook
vaak het
meest van het lijden dat hij vreest en wat niet op komt dagen. De
Heere geeft Zijn wonderlijke lessen. Hij leert dat het
leven op het gevoel het verstand verduistert. Dat verstand met
goddelijk licht
bestraald doet zien wat velen niet zien. En doet roemen in het wonder
wat is
geschied. Of wat leert roemen in de verdrukking omdat daar de
wonderlijke
uitkomst wordt ervaren. Zonder nood is geen uitkomst. Zonder
onmogelijkheden is
er geen wonder. Nogmaals,
de wonderen gebeuren niet zomaar. Dan zouden het
geen wonderen zijn. De Heere verschijnt onverwacht en ongedacht, als
niemand er
meer rekening mee houdt. Als niemand er meer op rekent. Er is in de
tijd van
wachten op antwoord van de Heere altijd iemand die geoefend moet worden
in het
geloof. In zijn of haar omgang met de Heere. En op het moment dat dit
is
geschied is er plaats voor het wonder. En dan is het ook een wonder. De
Heere is een verborgen Persoon voor mensen van nature. Ze
zien Hem niet en merken Hem niet op. Maar wanneer de Heere het verstand
verlicht en de ogen opent, er is het Wonder wat wordt ervaren als de
Heere Die
Zich vertoont. En dan is het zaak om met het wonder in het Wonder te
eindigen.
Om in ootmoed en erkentenis Hem te danken voor het wonder. Want een
wonder is
iets waar je geen recht op hebt en wat je niet waard bent. Zo
werkt de Heere altijd van meerdere kanten. Enerzijds het
aanwerken op het wonder. Anderzijds de oefeningen in het geloof.
|
|