< title>wonderen
Het
wonder van het
geschonken geloof. Je
kan het soms zo ervaren.
Je loopt in het donker. Niets kan je meer bekijken en je geloof staat
op een
laag pitje. Of, is zelfs helemaal verdwenen. Zo is je ervaring. Zo denk
je dat
het is. Het drukt je en je zakt steeds dieper weg. Tot je je afvraagt
of dit
wel te maken heeft met je geloof. Is juist dit niet iets wat het gevoel
ten
diepste aangaat. Je voelt het niet meer. Je ervaart het niet meer als
een goed
gevoel. Het lijkt of alles je tegen zit. Ook dat is weer het gevoel.
Zoals je
tegen de dingen aankijkt voelt het. Juist
dan is het zaak om
over het geloof na te denken. Over jouw geloof. Geloof gaat niet zonder
gevoel.
Doch het geloof staat er wel boven. Ook wanneer je voor je gevoel niets
meer
kan bekijken, je geloof zoekt juist dan te wortelen in de diepte. Het
geloof
zoekt van alle andere houvasten verlost te worden. Niet je goede gevoel
maakt
je zalig. Niet je denken dat het allemaal wel goed zit. Of juist niet.
Je wordt
je bewust dat het geloof uiteindelijk een gave van God is. Wat niets
maar dan
ook niets te maken heeft met je gevoel wat je op dat moment ervaart.
Het geloof
is een zaak van het hart. Het is door de Heere Zelf in het hart gelegd. Het is een
wonder en het blijft
een wonder. Geloven is niet iets wat we onszelf kunnen geven. Het is
iets wat
ons geschonken wordt. Uit genade alleen. En welk geloof bedoelen we
dan. Dat we
door genade wedergeboren zijn tot een levende hoop. Dat er een omkeer
in ons
leven is gekomen. Door de genade van de Heere Jezus. Gewerkt door Woord
en
Geest. Dat staat bovenaan in het geloofsleven. Zeker te weten dat we
eens dood
waren Blind. Op weg naar een eeuwig wee. Dat er in ons leven een wonder
is
gebeurd. Blinde ogen zijn open gegaan. We waren doof, maar nu horen we.
Dat is
het geloof. En dat is er niet de ene dag wel en de andere dag niet.
Eén ding
weet ik, ik was dood en nu leef ik. Ook al voel ik het niet zo op dat
moment. Veel
dingen kunnen het
geloof wat is geschonken in twijfel brengen. Het zijn de
omstandigheden. Onze
gezondheid. Ons werk. Alles wat ons in het leven gebeurt is bekend bij
de
Heere. Hij wil de omstandigheden van het leven gebruiken om ons geloof
in Hem
te oefenen. Om alles maar dan ook alles van Hem te verwachten en dus
bij Hem te
brengen. Zeker kunnen we bij omstandigheden geen goed gevoel hebben. En
het is
ook zeker nuttig en nodig onszelf te onderzoeken. Maar, nogmaals, de
omstandigheden van het leven zijn niet de kenmerken van ons al of niet
zijn in
Christus. Denk aan de vervolgde kerk. Juist daar is het duidelijk dat
juist het
leven van kinderen van God gekenmerkt zijn door moeiten en zorg en
verdriet. Alles
gevolg van enerzijds de zonde. Anderzijds door de strijd tegen de
zonde. Het
leven met de Heere is een leven van alleen met Hem zijn in gedachten,
woorden
en werken. Juist wanneer het gevoel doet twijfelen aan alles. |
|