Wonderen
van genade In
het leven van al Gods
kinderen komen de wonderen van genade. De bijzondere en mooie dingen
die
gebeuren en waar je zelf niets aan hoeft te doen. Deze dingen komen
niet op
afroep. Ze komen ook niet op de manier zoals dat was verwacht. Heel
anders dan
mensen het zouden kunnen bedenken, maar achteraf geheel op het Woord
gebaseerd.
De Heere leert al Zijn kinderen dat het eerst nood moet worden in het
leven.
Mensen moeten leren wat het is om zelf uitgewerkt te zijn. Zo je best
gedaan.
Alles geprobeerd. En het lukt niet. Op een gegeven moment is het over
en uit.
Er is geen verwachting meer. Alles is hopeloos. Althans, zo lijkt het.
Het is
slechts voor de waarneming en in eigen oog. Want
er blijft een nood.
En, het wordt nood. Want men weet
het niet meer. Er is een nood die vaak aan de buitenkant niet eens is
te zien.
Er wordt geleden. Er is verdriet en pijn. Het erge is dat er voor eigen
waarneming zelfs geen gebed meer is. Maar, ook dat lijkt zo. Want een
zucht en
een klacht is voor de Heere niet te min. Hij ziet immers het hart aan.
Het hart
wat zo gebroken is. Verbroken. Onverwacht
en ongedacht komt
de Heere met Zijn genade. Zijn bijzondere genade. Zijn wonderen van
genade. Maar
ook dat lijkt weer zo. Het voorbereidend werk moest eerst geschieden.
Terwijl werd
gezucht werd van de kant van de Heere ook gewerkt. Kortom, de Heere
werkt van
twee kanten. Er was een tijd nodig om plaats te maken voor de
uitredding. Door
de Geest gewerkt werd in Gods heilsplan de dingen heel anders
uitgewerkt dan
mensen zouden doen. Het is als altijd: de mens wikt, maar God beschikt.
Op Zijn
tijd en wijze komt Hij met de zichtbare tekenen van de wonderen van
Zijn
genade. Achteraf
is het gemakkelijk
te bespreken. Maar dan zijn eerst de tranen van de verbrokenheid
gevloeid. Waar
men niet over had kunnen denken, niet meer op had gehoopt, dat is
gebeurd. En
uit volle borst wordt gezongen: Laat Hem besturen waken. Het is
wijsheid wat
Hij doet. Zo zal Hij alles maken. Dat gij u verwonderen moet. Het wordt
op de
hoogtes van het leven aan een ieder meegegeven. Waar wordt gesproken
van
bijzondere genade, van uitreddingen, het is niet anders dan dat er de
ere aan
de Heere wordt gegeven. Hem alleen de eer. De
Heere heeft mensen niet
nodig. Hij gebruikt ze echter wel. In Zijn heilsplan nemen de mensen
een
bijzondere plaats in. En dat alleen om Zijn lof te vertellen. Zeker is
daar de
hoogste lof wanneer een mens mag weten van dat bijzondere wonder van
genade. Te
mogen geloven dat er vergeving is van zonden. Het recht op een eeuwig
leven.
Maar de ervaring van de toepassing in het eigen leven. Van het zien van
de
bijzondere zorg in een persoonlijk leven. Dat geeft het steeds opnieuw
en hoger
zingen van het lied. De
wonderen van genade zijn
er elke dag in het leven van Gods kinderen. Maar het zien van deze
wonderen is
op zich weer een groot wonder van genade.
|
|