Het
wordt zo gemakkelijk
gezegd. Of vergeten. Maar in het leven moet een wonder gebeuren. En,
als het
goed is, er is een wonder gebeurd. Van nature worden we geboren als de
kinderen
van de duisternis. We zijn blind voor de genade van de Heere. Het
ergste is dat
we het niet weten. We leven voor onszelf en hebben er geen last van. In
dit
leven zal een wonder moeten gebeuren. Geestelijk dode mensen moeten
ontdekt
worden aan hun doodsstaat. Ze moeten hun zonde en schuld gaan zien en
inleven.
Het niet kunnen bestaan voor een heilig en rechtvaardig God zoals ze nu
zijn. Het moet een
omkomen worden. Eerst dan kan er
plaats komen voor de verlossing van een mens. Voor het Licht in de
duisternis.
De overzetting van de duisternis in het Licht gebeurt in een punt des
tijds. In
een ogenblik worden mensen van geestelijk dode, geestelijk levende
mensen. Van
Paulus staat geschreven dat hij terstond de Christus predikte. Dat is
niet altijd
zo voor eigen waarneming. Vaak is opvoeding hieraan debet. Verkeerd of
tekort
aan onderwijs. Maar wie door de Heere is verlost van het grootste kwaad
en
gebracht tot het hoogste goed zal daar nooit meer uitvallen. De Heere
zal hen
behoeden en bewaren gedurende het gehele leven en altijd weer
terugbrengen naar
dat punt waar het misging, wanneer het toch zou gebeuren. De Heere zal
tonen de
sterkste te zijn in het leven van diegenen die door Hem zijn
aangeraakt. Zij
die het Licht gezien hebben zullen nooit meer zonder het Licht kunnen
leven. Ze
zullen daarentegen in
diepe donkerheid
komen wanneer het licht zich een ogenblik verbergt. Vanaf het moment
dat de
Heere in het leven is gekomen zullen ze leren dat hun leven niet meer
hun leven
is. Ze willen ook niet meer anders. Het is het leven van de Heere. Ze
zullen
gaan luisteren naar de stem van de Heere die dagelijks in hun leven zal
klinken. Zoals Samuël zullen ze onderwijs nodig hebben om de
stem van de Heere
te verstaan. Ze zullen nooit meer terugverlangen naar het leven zonder
de
Heere. Al doet het pijn om wat ze moeten missen om de weg met de Heere
te gaan.
De Heere
vraagt in het leven van Zijn
kinderen niet weinig. Hij vraagt het gehele leven van hen. Hij wijst
hen de weg
die ze te gaan hebben. En dat in een liefdedienst. Voor Hem. Diep, ja
heel diep
afhankelijk van Hem te leven zal Hij hen gaan leren. Dit alles om hen
met de
hen ontvangen genade niet in hoogmoed te doen eindigen. In de gedachte
dat hen
iets is geschonken wat eigenlijk niemand heeft of zal ontvangen. Er is
een
gunning in hun leven. Als bij Paulus komt er een verlangen in hen om te
evangeliseren. Ook al zijn ze dit van zichzelf niet eens bewust. Vanaf
het
begin wordt in woord of daad gezien en ervaren dat er in het leven van
deze of
die persoon een wonder is gebeurd. De Heere geeft Zijn genade nooit
tevergeefs
weg. Daarom zullen er in het leven van al diegenen die overgezet zijn
van de
duisternis in het wonderlijk licht vruchten komen. Met de geschonken
gaven die
ze van de Heere hebben ontvangen zullen ze woekeren. De Heere zal
eenmaal
terugkomen op de genade die Hij heeft gegeven. Luie dienstknechten
bestaan niet
in het Koninkrijk van God. Tot het laatst in het leven van Gods
kinderen is er
een taak voor hen. Om de geschonken gaven in een leven van dienen te
gebruiken.
|
|