Door
Woord en Geest
De Heere openbaart Zich door
Zijn Woord en door Zijn Geest.
En Hij is zo genadig mensen te gebruiken in Zijn dienst om Zijn Woorden
uit te
leggen. Tot aan het hart te brengen. In een weltoebereide aarde valt
het graan.
En het brengt vrucht voort.
Bij de
één is dit duidelijk. Bij de ander wat minder
zichtbaar. Maar altijd weer zal het doen wat de Heere behaagt. En in
een weg
die niemand te voren had kunnen bedenken. Overal waar de Heere werkt
zal de
duivel proberen dit te verhinderen. Hij zal er naar staan mensen te
ontmoedigen. In twijfel te brengen. En de mensen met de meeste genade
ervaren
de grootste tegenstand. Ook de satan zal met zijn listen mensen
gebruiken. En
wat is beter dan de godsdienstige. Die meent op een voetstuk te staan.
Hij die
met kracht en geweld zijn invloed doet gelden.
Er
kunnen tijden aanbreken dat er geen enkel licht meer is
voor een kind van God. Het kan zover komen dat hij gaat twijfelen aan
alles wat
hij meende in het leven te houden voor de wegen des Heeren. De Heere
weet echter
tot hoever de schouders kunnen dragen. En Hij zal op Zijn tijd en wijze
bemoedigen en vertroosten waar dat nodig is. De Heere gooit nooit Zijn
genade
weg. En het is voor Gods kinderen vaak alleen maar goed om in het
donker de weg
te zoeken in het geloof en het vertrouwen. Wat blijkt nooit beschaamd
te zullen
worden.
In het
leven krijgen allen die de Naam des Heeren vrezen te
maken met twee dingen. Het zijn enerzijds de gerechtigheid en aan de
andere
kant de liefde van Christus. Deze twee dringen de gelovigen de wegen te
gaan
zoals te vinden in de Bijbel. Om enerzijds door de liefde gedreven voor
God en
de naaste te leven. Maar anderzijds niet te schromen de vinger op de
zere plek
te leggen. En dit heeft dan niet te maken met duizend wetjes en
plichten van
farizeeërs en Schriftgeleerden. Het is altijd weer een
bewogenheid die zoekt
naar datgene wat verloren is. Om te wijzen op Jezus Christus, de
Wetsvolbrenger. En de Aanbrenger van de genade. Zich bij mensen
openbarend in
een woekeren met gaven en talenten in Gods Koninkrijk.
Waar
allen leden van het Lichaam zijn, wordt verstaan dat ze
elkaar zo nodig hebben. Om van elkaar te leren. Met elkaar op weg te
gaan. Maar
ook elkaar te berispen uit de liefde waar dit nodig mocht zijn. En
zeker zal de
één daarin een grotere taak kennen dan de ander.
Maar uiteindelijk zijn zelfs
de allerkleinsten onmisbaar in het Rijk van God.
Het is
bijzondere genade wanneer een kind vanaf het prilste
begin mag leven op het erf van Gods bijzondere genade. Doch nog groter
genade is
wanneer een mens wordt getrokken van buiten deze wereld tot het Licht
wat
ontstoken is en wordt in de nacht. Daar is dan met name zeker dit leven
te kort
maar ook de eeuwigheid niet te lang dit wonder uit te wonderen. Daar
wordt dan
ook met name gezien hoe de Voorzienigheid zorgt om diegenen die naar
Gods
Voornemen zijn geroepen. Om ze te brengen tot de zaligheid.
Nooit
zijn Gods kinderen uitgeleerd. En steeds weer zullen
ze te maken krijgen met hun oude natuur. De oude mens in Adam. Waarin
de
hoogmoed viert. Maar een mens die bij ontdekkend licht geleerd wordt,
zal in een
weg van schaamte en berouw steeds weer terugkeren naar het moment waar
hij een
steek liet vallen. Om dan opnieuw aangenomen te worden in de Geliefde.
De Heere
gaat Zijn onbegrepen weg in dit leven met Zijn
kinderen. Deze persoonlijke wegen oefenen in het allerheiligste geloof.
En zij
die door genade hier deel van uit mogen maken zullen zich voortaan niet
meer
bezighouden met de splinters in het oog van de ander. Maar veeleer zich
bewust
zijn van de balken die het eigen leven steeds weer ontsieren. Daarbij
uitroepen: IK, ja IK ellendig mens. Wie zal MIJ ja MIJ verlossen. Deze
school
geeft liefde, bewogenheid en verdraagzaamheid voor de ander. Maar ook
zicht op
de rechte wegen van God
|